Bron: Rijksportaal Overheid
Sinds afgelopen maart is het Beleidskompas de centrale werkwijze voor het maken van beleid bij de Rijksoverheid. Vanaf 1 januari 2024 gaan álle beleidsmedewerkers bij OCW werken met dit Beleidskompas. Daaraan voorafgaand doet een aantal OCW’ers al ervaringen op met het kompas. Hoe bevalt dat? Wat gaat goed en wat kan beter? Vandaag vertellen Laura en Michiel hoe zij het werken met het Beleidskompas ervaren: “Uiteindelijk gaat het tijd opleveren.”
Voor beleidsmakers is goed nadenken over beleidsvoornemens, de juiste vragen en prioriteiten stellen en de juiste oplossingen vinden voor maatschappelijke opgaven dagelijks werk. Het Beleidskompas helpt daarbij door concrete stappen te bieden waarmee beleidsmakers een nieuw beleidsvoornemen of een herziening van bestaand beleid kunnen aanvliegen. In vijf stappen gaan beleidsmakers op zoek naar het daadwerkelijke probleem, het beoogde doel, de mogelijke oplossingen en de gevolgen van die oplossingen. Het kompas draagt bij aan gedegen besluitvorming en het proces eindigt met een sterk onderbouwde voorkeursoptie.
Werk je wel aan het juiste vraagstuk?
Beleidscollega’s Laura en Michiel horen bij de eerste OCW’ers die nauwgezet met het Beleidskompas aan de slag gaan. Hun beleidsvraagstuk? In het gespecialiseerd onderwijs is een groot lerarentekort. Dat tekort uit zich niet alleen in aantallen, maar ook in kwaliteit. Laura: “Er wordt een mismatch ervaren tussen wat bevoegde leraren moeten kunnen en wat nodig is voor de specifieke doelgroepen. Voor de leerlingen in de verschillende typen gespecialiseerd onderwijs zijn specifieke competenties van leraren van belang. Soms sluit de achtergrond van een leraar daar niet bij aan.”
Laura en Michiel houden zich inmiddels bezig met het zoeken naar oplossingen voor dít probleem, maar het was niet de vraag waarmee ze hun project zijn gestart. Laura: “We begonnen met een van de sector naar ruimte om te experimenteren met de bevoegdheden van leraren in het gespecialiseerd onderwijs. Daar bleek de wet weinig opties voor te bieden. Toen we hier tijdens een reflectiemoment bij stil stonden, kwamen we tot de conclusie dat we al bezig waren met beleidsmaatregelen, terwijl een goede probleemanalyse eigenlijk ontbrak.” Op dat moment kwam het programma OCW Open, dat de implementatie van het Beleidskompas bij OCW coördineert, langs met de vraag of het team het Beleidskompas wilde toepassen. Michiel: “Dit bood ons de kans om het echte probleem boven tafel te krijgen en dat vervolgens gestructureerd aan te pakken.”
Stap voor stap
Samen met OCW Open en de Projectenpool van OCW zetten Laura en Michiel drie beleidsateliers op. In deze sessies komen betrokken collega’s en stakeholders een dagdeel samen om aan de hand van het Beleidskompas te zoeken naar de kern van het probleem én naar mogelijke oplossingen. Michiel: “Tijdens het eerste beleidsatelier hebben we de probleemanalyse besproken en een begin gemaakt met het formuleren van onze doelen. Het tweede atelier gaat over de mogelijke maatregelen en de effecten van die maatregelen. Tijdens het derde atelier nemen we alle stakeholders in sneltreinvaart mee langs de vraagstukken en de mogelijke oplossingen. Zij vullen aan en adviseren.”
Probleem en doel
Bij de ateliers schuiven OCW-collega’s met verschillende expertises aan. Mensen die gespecialiseerd zijn in het lerarentekort, bijvoorbeeld, of die veel weten van regionale aanpakken of van lerarenopleidingen. Laura: “In atelier één hebben we de eerste twee vragen van het Beleidskompas behandeld: wat is het probleem en wat is het beoogde doel? Het probleem bleek veelomvattend, dus daar hebben we een poos bij stilgestaan. Mensen denken snel in oplossingen, waardoor het formuleren van doelen makkelijk wordt overgeslagen.”
Michiel: “Als je werkt met het Beleidskompas, begin je bij voorkeur from scratch. Nu hebben ook we een deel van de tijd gebruikt om de collega’s mee te nemen in onze analyse van het probleem. We zijn daarbij gestart met de symptomen: waaraan merk je dat er een probleem is? En hoe komt dat? Om vervolgens door te vragen tot we bij de dieperliggende oorzaak uitkwamen. In dit geval dus de oorsprong van het kwalitatieve en kwantitatieve lerarentekorten.”
Neveneffecten
Een ander voordeel van het volgen van het Beleidskompas is het onderzoeken van ongewenste neveneffecten van beleid. Laura: “Je stelt steeds de checkvraag: waarom maken we dit beleid? Het Beleidskompas helpt je eigen aannames scherp te toetsen. Kortetermijnbeleid is vaak symptoombestrijding. Door te kijken naar dieperliggende oorzaken, voorkom je dat je in die valkuil stapt.” Een ander voordeel: door te werken met het Beleidskompas wordt het gebruikelijker om de tijd te nemen en evidence informed beleid te maken. Michiel: “Dit vraagstuk is belangrijk, maar niet het meest urgente wat nu speelt. In de dagelijkse hectiek schiet het er wel eens bij in om met collega’s de diepte in te gaan, terwijl dat belangrijk is om goed beleid te ontwikkelen. Het Beleidskompas helpt daarbij.”
Investeren in opbrengst
Laura: “Het doorlopen van de verschillende stappen tijdens de beleidsateliers kost tijd, maar dat betaalt zich terug. Zoals wij dat hebben ervaren door op tijd stil te staan en bij te sturen door naar andere oplossingsrichtingen te blijven zoeken. Het Beleidskompas helpt om aan de voorkant beter te prioriteren en de verbinding met andere beleidstrajecten te zoeken. De uitdaging is wel of dat we structureel tijd kunnen inbouwen om op deze manier beleid te maken in de dynamiek van het ministerie. In het plannen van de beleidsateliers bleek dat sommige mensen met moeite een dagdeel kunnen vinden. En sommige collega’s vlogen in en uit vanwege urgente afspraken of spoedgevallen.”
Laura en Michiel hopen dat het werken met het Beleidskompas aanslaat bij beleidsmakers. Laura: “Ik merk dat het de aandacht heeft. Er staan voor meerdere andere dossiers beleidsateliers in de agenda. Dat is een goed teken: ook anderen benutten het.”