Tijdens de behandeling van een wetsvoorstel door de Tweede Kamer wordt geen wijziging aangebracht in de nummering van de artikelen, tenzij dit onvermijdelijk is (Ar 6.32). Leden van artikelen worden bij wijziging van een wetsvoorstel door een nota van wijziging of nota van verbetering wél vernummerd.
In amendementen wordt over het algemeen niet vernummerd; zie daarover de laatste alinea’s bij dit nummer.
Na de eindstemming over een wetsvoorstel zorgt de Voorzitter van de Tweede Kamer zo nodig voor een doorlopende nummering van de artikelen van het wetsvoorstel met aanpassing van de verwijzingen naar artikelen met een gewijzigd nummer. Deze bevoegdheid tot vernummering komt slechts toe aan de Kamervoorzitter en dus niet aan de bewindspersoon (artikel 9.13 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer). Over de uitoefening van deze bevoegdheid kan contact worden opgenomen met het Bureau Wetgeving van de Tweede Kamer.
Indien er de voorkeur aan wordt gegeven dat de (eerst)verantwoordelijke bewindspersoon en niet de Voorzitter van de Tweede Kamer zorg draagt voor een doorlopende nummering van een wetsvoorstel kan hiervoor een artikel in het wetsvoorstel worden opgenomen (Ar 6.33). Vooral bij omvangrijke nieuwe wetten kan het de voorkeur verdienen dat de doorlopende nummering pas na de afronding van de parlementaire behandeling door beide Kamers wordt aangebracht.
De reden dat in amendementen over het algemeen niet wordt vernummerd, is er onder andere in gelegen dat bij wel vernummeren verwarring kan ontstaan als eenzelfde artikellid of artikelonderdeel door de uiteenlopende vernummeringsopdrachten in de verschillende amendementen (noodzakelijkerwijs) verschillend worden aangeduid. Vernummeren kan hiermee misverstanden bij of na de stemmingen in de hand werken. Mede met het oog hierop beschikt de Voorzitter van de Tweede Kamer over de genoemde vernummeringsbevoegdheid op basis van artikel 9.13 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, waarmee na de stemmingen alsnog binnen een wetsvoorstel vernummeringen kunnen worden aangebracht.
Vernummering dient wel reeds in het amendement zelf plaats te vinden, indien het invoegen of verwijderen van één of meer artikel(led)en (of onderdelen daarvan) tot gevolg heeft dat er ook vernummeringen of aanpassingen van verwijzingen buiten het bestek van het wetsvoorstel noodzakelijk zijn. Deze kunnen niet door middel van de vernummeringsbevoegdheid van de Voorzitter van de Tweede Kamer in orde worden gemaakt.
Laatst gewijzigd op: 16-2-2022