De indiening van verdragen bij de Staten-Generaal ter stilzwijgende goedkeuring en de eventuele gelijktijdige overlegging van verdragen aan de Staten van Aruba, Curaçao of Sint Maarten vindt plaats door de Minister van Buitenlandse Zaken (ongeacht welke bewindspersoon de eerstverantwoordelijke is voor de materiële inhoud van het verdrag, zie Ar 8.19), na een daartoe verkregen machtiging van de Koning. Refererend aan het nader rapport (slotzin, zie nr. 41) machtigt de Koning de minister overeenkomstig het nader rapport te handelen.
De indiening vindt plaats door middel van zogenoemde overleggingsbrieven aan de voorzitters van beide Kamers der Staten- Generaal (en eventueel aan de voorzitter(s) van de Staten van Aruba, Curaçao of Sint Maarten). Daarbij worden de toelichtende nota en eventuele bijlagen meegestuurd. De tekst van het verdrag, zoals gepubliceerd in het Tractatenblad, is op www.officielebekendmakingen.nl te vinden, onder vermelding van het Tractatenbladnummer. Voor het overige is ten aanzien van de indiening nr. 47 (algemeen) alsook nr. 49 (adviezen) en nr. 53 (persbericht) van overeenkomstige toepassing. Op de behandeling van ter stilzwijgende goedkeuring ingediende verdragen zijn van toepassing de artikelen 10.1 tot en met 10.6 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer en de artikelen 115 tot en met 120 van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer.
Laatst gewijzigd op: 19-4-2024