4.4 Gevolgen voor bedrijven

Inhoudsopgave

Inleiding

Als je nieuw beleid of nieuwe regels maakt, kunnen er gevolgen zijn voor de bedrijven die je in je voorstel beschrijft. Bij het bekijken van deze gevolgen is de Bedrijfseffectentoets (BET) nuttig. De BET is een verplichte kwaliteitseis bij ontwerpregelgeving. Ook bij beleidsstukken kan het beantwoorden van de vragen van de BET helpen. De BET bestaat uit de volgende vier onderdelen:

  1. MKB-toets
  2. Effecten op innovatie
  3. Markteffecten
  4. Regeldruk voor bedrijven

Hieronder worden deze vier onderdelen van de Bedrijfseffectentoets besproken. Daarnaast wordt in de toelichting van punt 3 speciaal ingegaan op regelgeving die het verrichten van diensten door bedrijven beperkt. Vervolgens geven we nog meer achtergrondinformatie.

Terug naar boven

Bedrijfseffectentoets

1. MKB-toets

De MKB-toets is het raadplegen van ondernemers uit het Midden en Klein Bedrijf (MKB) als je verwacht dat nieuwe regels grote gevolgen voor deze bedrijven zullen hebben. De MKB-toets is verplicht. Zie ook de verplichte kwaliteitseis MKB-toets.

Het MKB bestaat uit alle ‘Zelfstandigen zonder personeel’ (ZZP’ers) en alle ondernemingen met minder dan 250 werknemers. Door te praten met deze groep ondernemers over je plannen, krijg je een beter beeld van wat wel en niet mogelijk is. Ook kun je daarbij kijken naar de regeldruk van deze bedrijven, zie onder 4. Regeldruk voor bedrijven.

De MKB-toets wordt zo vroeg mogelijk uitgevoerd. De toets moet in elk geval worden gedaan vóór de internetconsultatie van de voorgenomen wet- of regelgeving. In de Handreiking MKB-toets staat beschreven wat de MKB-toets inhoudt en wat de procedure daarvoor is.

2. Effecten op innovatie

Het beleid dat je maakt kan ook gevolgen hebben voor de innovatie door bedrijven. Het kan invloed hebben op de mogelijkheid en de bereidheid van ondernemingen om te innoveren. We bedoelen hiermee dat nieuwe regels bijvoorbeeld technische vernieuwingen tegen kunnen houden. Maar ook kan nieuw beleid gevolgen hebben voor de financiële en personele mogelijkheden om te innoveren. Dit geldt zowel voor het MKB als voor andere ondernemingen. Het is belangrijk om voor de invoering van je beleid deze gevolgen te onderzoeken, zodat je de belangen goed tegen elkaar kunt afwegen.

3. Markteffecten

Als je nieuwe wetten of regels maakt, is het ook verplicht om een ‘markteffectentoets’ te doen. Er moet gekeken worden wat de directe en indirecte gevolgen zijn op de markt. Zie vraag 5 van de Bedrijfseffectentoets).

Voorbeelden hiervan zijn het invoeren van maximumtarieven, het beperken van het aantal aanbieders of privatiseringen. Het is daarnaast ook belangrijk om te kijken naar de sociaaleconomische effecten van ontwerpregelgeving. Vooral de verwachte gevolgen voor werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden zijn belangrijk.

Rekening houden met het vrij verkeer van diensten

Hoewel het geen onderdeel is van de toetsing bij de BET is het voor nieuwe wet- en regelgeving belangrijk te bezien als dossierhouder of je voorstel het verrichten van diensten beperkt. In dat geval is het namelijk verplicht op basis van de Dienstenrichtlijn (artikel 9-16) om af te wegen of het belang van jouw regelgeving opweegt tegen het beperken van het vrij verkeer van diensten en de vrijheid van vestiging van dienstverlenende ondernemers. In Nederland is de Dienstenrichtlijn omgezet in de Dienstenwet. Voorbeelden van diensten zijn uiteenlopend, variërend van werkzaamheden van een accountant, horeca, arbeidsbemiddeling en detailhandel. Het is belangrijk dat je de belangen van de dienstverrichters direct aan de start van het beleidsvormingsproces meeweegt en hier dus al over nadenkt vóór de internetconsultatie. Hoe je deze belangenafweging maakt, vind je in de factsheet Rekening houden met het vrij verkeer van diensten in beleidsvorming

Als uit de afweging blijkt dat de beperkende regelgeving toch noodzakelijk is, onderbouw je dit. Daarnaast bespreek je met jouw wetgevingsjurist en notificatie-coördinator of deze regelgeving genotificeerd moet worden, meer informatie hierover vind je in de factsheet Rekening houden met het vrij verkeer van diensten in beleidsvormingBij vragen kan je terecht bij: dienstenrichtlijn@minezk.nl.

4. Regeldruk voor bedrijven

Voor alle nieuwe wet- en regelgeving moet worden onderzocht wat de gevolgen zijn van de regeldruk voor bedrijven. Dit noemen we de ‘regeldrukeffecten’. De instantie die dit onderzoekt, is het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). De ATR beoordeelt de gevolgen voor de regeldruk van voorgenomen wetgeving en adviseert regering en parlement hierover. De gevolgen van regeldruk moeten in de toelichting bij wet- of regelgeving altijd genoemd worden.

Wat zijn de regeldrukeffecten voor bedrijven? Dat zijn de investeringen en inspanningen die bedrijven moeten doen om zich aan de wetten en regels te houden. Regeldrukeffecten is een overkoepelend begrip. Belangrijke onderdelen van regeldrukeffecten zijn ‘regeldrukkosten’ en ‘ervaren regeldruk’. Deze twee onderdelen bespreken we hieronder.

  • Regeldrukkosten 
    Deze kosten zijn alle investeringen en inspanningen die je kunt uitdrukken in euro’s, om als bedrijf te voldoen aan verplichtingen uit wet- en regelgeving. Financiële lasten horen hier niet bij. Het gaat om kosten die het gevolg zijn van informatieverplichtingen en inhoudelijke verplichtingen. Hieronder vallen dus ook toezichtlasten. Dat zijn de kosten die bedrijven maken om de wettelijke toezichthouder informatie te geven over de eigen organisatie. Dit geldt ook voor de tijd die nodig is om de toezichthouder te begeleiden bij een bedrijfsbezoek. Als niet iemand van het bedrijf de toezichthouder begeleidt, maar de toezichthouder zelf het werk verricht, zijn dit geen toezichtlasten. Dan zijn het ‘uitvoeringskosten’ voor de overheid. Dat geldt als een toezichthouder bijvoorbeeld zelfstandig de registraties van bedrijven inziet. 
    Regeldrukkosten kunnen eenmalig of structureel (bijvoorbeeld jaarlijks terugkerend) zijn.
  • Ervaren regeldruk 
    Bij ervaren regeldruk gaat het niet om de kosten in euro’s, maar om kosten die je ‘voelt’. We bedoelen hiermee hoeveel moeite het kost om de nieuwe regels uit te voeren, of die moeite in verhouding staat tot wat het oplevert en of de regels nuttig zijn. Ervaren regeldruk kun je niet meten met het Standaardkostenmodel uit het Handboek meting regeldrukkosten (bijlage). Als bij een dossier sprake is van ervaren regeldruk, moet je hier ook aandacht aan besteden in de regeldrukparagraaf.

Terug naar boven

Achtergrondinformatie

  • Er zijn ook kosten die misschien aanvoelen als regeldrukkosten, maar dit niet zijn. Dit kunnen verbodsbepalingen zijn, maar ook belastingen en leges. Deze moet je wel noemen, maar ze vallen niet onder de definitie van regeldrukeffecten. Zie voor meer informatie het Handboek meting regeldrukkosten (bijlage).
  • Er zijn vaste verandermomenten (VVM) voor de inwerkingtreding van wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Deze VVM zijn er onder meer om het bedrijfsleven te ontlasten. Deze verplichting is opgenomen in Ar 4.17. Een ander inwerkingtredingsmoment kan ook gevolgen hebben voor de regeldrukeffecten. Lees meer over VVM en de toepassing ervan op Kabinetsstandpunt vaste verandermomenten (VVM).
  • In de toelichting van de BET wordt uitgelegd hoe de kosten van regeldruk worden berekend. Kort samengevat: regeldruk = p x q. Hierbij staat “p” voor alle kosten (inclusief tijd) door activiteiten die je nieuw of anders moet gaan doen. En “q” staat voor het aantal bedrijven of personen dat hiermee te maken zal krijgen. Voor gedetailleerde informatie over hoe je de regeldrukgevolgen van je voorstel kunt meten, gebruik je het Handboek meting regeldrukkosten (bijlage). Dit handboek is een hulpmiddel bij het meten van regeldruk voor bedrijven en burgers.
  • Zoals gezegd moet het op tijd duidelijk zijn wat de regeldrukgevolgen zijn van een voorstel. Hiervoor zijn procedures opgesteld. Een handige samenvatting van de procedures vind je in Processchema regeldrukverantwoording en verwante wetgevingskwaliteitsinstrumenten en een Handleiding regeldrukverantwoording en verwante wetgevingskwaliteitsinstrumenten.
  • Hierboven werd al verwezen naar het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Dit is een externe onafhankelijke adviesinstantie voor regeldruk. De ATR let niet alleen op de regeldruk door wet- en regelgeving maar ook of er aandacht is besteed aan de vraag of de wet- of regelgeving voor het bedrijfsleven werkbaar en uitvoerbaar is. Het departement dat het voorstel doet, vraagt uiterlijk bij het begin van de consultatie advies aan het ATR.
  • Aanvullende informatie over de Dienstenrichtlijn en de implementatie in de Dienstenwet vind je in de Aanwijzingen voor de regelgeving (en de toelichting daarbij), waarin de regels in het kader van de Dienstenrichtlijn en Dienstenwet met betrekking tot vergunningsstelsels en eisen zijn opgenomen.
Relevante verplichte kwaliteitseisen
Relevante verplichte kwaliteitseisenToelichting
Aanwijzingen inzake het verrichten van marktactiviteitenGaan in op de mogelijkheden voor organisaties binnen de rijksdienst om marktactiviteiten uit te voeren.
Aanwijzingen voor de regelgevingEisen aan de vormgeving van wet- en regelgeving en het proces waarin wetten en regels worden opgesteld.
Bedrijfseffectentoets (inclusief regeldrukeffecten)Geeft aan hoe je de effecten van voorgenomen regelgeving op bedrijven op een rij zet, voorkomt of zo veel mogelijk beperkt.
Handboek meting regeldrukkosten (bijlage)In deze handleiding lees je hoe je de regeldrukkosten van voorgenomen regelgeving voor bedrijven en burgers meet, beschrijft, voorkomt of zo veel mogelijk beperkt.
Relevante toetsingsinstanties
Relevante toetsingsinstantiesToelichting
EZK bedrijfseffecten (inclusief regeldrukeffecten)Zijn bedrijven betrokken? Voer een bedrijfseffectentoets uit.
JenV rijksbrede wetgevingstoetsingInclusief uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid (U&H)

Terug naar boven

Laatst gewijzigd op: 20-3-2024