Beide koninklijke handtekeningen dienen van een contraseign te worden voorzien. Ook de contrasignerende bewindslieden tekenen derhalve tweemaal. Indien er verschillende ondertekenaars zijn, wordt de wet daartoe langs hen geleid. De aanduiding van de ondertekenende bewindslieden zoals die in een wetsvoorstel pleegt te worden opgenomen, maakt geen onderdeel uit van de vastgestelde wet. De feitelijke ondertekening kan eventueel van de in het voorstel aangeduide afwijken. Zo is het bijvoorbeeld heel goed mogelijk dat bij tijdelijke afwezigheid van een staatssecretaris of doordat na een kabinetswisseling diens functie geheel is vervallen, de betrokken minister in diens plaats treedt als ondertekenaar. Ook na een kabinetswisseling of het tussentijds aftreden van een bewindspersoon wordt de ondertekening hieraan aangepast. Hierbij kan zich tevens de situatie voordoen dat de portefeuilles zijn gewijzigd. Dit wordt dan in de aanduiding van de ondertekenende bewindspersoon tot uitdrukking gebracht -veelal al door het Kabinet van de Koning. Met het oog op de gedrukte tekst is het van belang hierop te letten bij het aanvragen (dan wel controleren) van de drukproeven. De situatie op het tijdstip waarop wordt gecontrasigneerd is dus bepalend voor de aanduiding van de ondertekenende bewindspersonen. Zie ook Ar 4.38 en 4.39.
Laatst gewijzigd op: 23-8-2018