Nr. 112 (Positie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en kabinetten van de Gevolmachtigde Ministers)

De coördinatie van aangelegenheden die het Koninkrijk en de Caribische landen van het Koninkrijk betreffen, alsmede de zorg voor de aan deze rijksdelen te verlenen hulp en bijstand, worden behartigd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, directie Koninkrijksrelaties.

Bij de voorbereiding van regelingen die (mede) betrekking hebben op koninkrijksaangelegenheden vindt in een vroeg stadium overleg plaats met de kabinetten van de Gevolmachtigde Ministers van de Caribische landen van het Koninkrijk. De Gevolmachtigde Ministers handelen namens de regering van hun land en kunnen dan ook door hun regering ter verantwoording worden geroepen. Deze regeringen kunnen op hun beurt weer door hun Staten ter verantwoording worden geroepen. De bij koninklijk besluit overeenkomstig de Nederlandse Grondwet benoemde ministers handelen daarentegen krachtens eigen verantwoordelijkheid en zijn voor hun beleid verantwoording schuldig aan de Staten-Generaal (vergelijk de toelichting bij het reglement van orde voor de ministerraad). Dit verschil in staatsrechtelijke positie verklaart waarom een Gevolmachtigde Minister nimmer een rijkswet of een algemene maatregel van rijksbestuur contrasigneert.

Alle departementen zenden in de departementale voorbereidingsfase een startnotitie toe aan de collega’s bij de directies wetgeving van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Het voorstel van wet wordt uiterlijk op het moment waarop het naar de directie Wetgeving en Juridische Zaken, Sector Juridische Zaken en Wetgevingsbeleid (JZW) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gezonden, ook gestuurd naar de directies wetgeving van Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Van alle verzonden post wordt tegelijkertijd een kopie gezonden naar het Arubahuis, het Curaçaohuis en het Sint Maartenhuis. Men maakt hiervoor gebruik van elektronisch berichtenverkeer.

Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directie CZW, wordt van de contacten met de kabinetten en met de betrokken ambtenaren in de Caribische landen van het Koninkrijk op de hoogte gehouden (Ar 7.3). Daarbij is het gewenst voldoende tijdsruimte in de procedure te verdisconteren voor het overleg met de overzeese rijksdelen. De Gevolmachtigde Minister dient immers de instemming van zijn regering te verkrijgen, welke regering daaromtrent ook het advies inwint van haar Raad van Advies.

Laatst gewijzigd op: 1-8-2022