Het verloop van de schriftelijke behandeling in de Eerste Kamer is vergelijkbaar met de procedure in de Tweede Kamer. Het wezenlijke verschil is echter voor de Eerste Kamer het ontbreken van het recht van amendement en voor de regering het ontbreken van de mogelijkheid het voorstel nog te wijzigen (artikel 85 van de Grondwet). Zoals in nr. 60 is vermeld, is het wijzigen van het opschrift en de aanduiding van de ondertekenende bewindspersonen wel mogelijk. Voorts kent de Eerste Kamer niet het in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer opgenomen uitgangspunt van een schriftelijke behandeling in één ronde. Uiteraard kan de schriftelijke behandeling wel in één ronde geschieden.
Ook de Eerste Kamer kent vaste commissies die in het algemeen naar ministeries zijn ingedeeld. Tevens kunnen bijzondere commissies worden ingesteld. De Voorzitter van de Eerste Kamer beslist aan welke commissie het onderzoek van een voorstel wordt toevertrouwd. De voorzitter bepaalt tevens de dag en het uur voor het houden van de vergadering voor het voorbereidend onderzoek. Alle leden van de Kamer hebben toegang tot de vergadering.
Elke commissie brengt over de voorstellen verslag uit aan de Kamer. De vorm van deze verslagen is afhankelijk van het oordeel van de commissie. Indien de commissie een blanco verslag of verslag waarin het recht wordt voorbehouden om in te gaan op de inhoud van het voorstel bij de plenaire behandeling uitbrengt, wordt het voorstel direct plenair geagendeerd. Wanneer de commissie een verslag, een tweede verslag of een derde verslag uitbrengt, reageert de regering daarop door middel van een nota n.a.v. het (tweede/derde) verslag. Ten slotte bestaat de mogelijkheid tot een vierde verslag. Dit is alleen mogelijk na het verkrijgen van verlof van de Kamer volgens artikel 46 Reglement van Orde Eerste Kamer. Op het vierde verslag reageert de regering door middel van een nota n.a.v. het vierde verslag.
De meest voorkomende wisselingen van stukken worden in de nummers hierna besproken.
Met de Eerste Kamer is afgesproken dat deze op verzoek een doorlopende tekst van een wetsvoorstel zullen ontvangen zoals het wetsvoorstel door de Tweede Kamer is aanvaard, voorzien van cursiveringen waar de teksten als gevolg van amendering, verbetering, of nota’s van wijziging zijn gewijzigd. Het verzoek kan ook betreffen de doorlopende tekst van de oorspronkelijke wet, met daarin aangegeven de aanpassingen naar aanleiding van het voorliggende wijzigingsvoorstel. Dergelijke verzoeken zal de Eerste Kamer in voorkomend geval richten aan de directeur wetgeving of juridische zaken van het betreffende ministerie.
Laatst gewijzigd op: 19-4-2024