Nadat de ministerraad met de intrekking heeft ingestemd, zal de bewindspersoon in een brief aan de Koning verzoeken te worden gemachtigd tot intrekking. Ook al kent het wetsvoorstel meer ondertekenaars, bij de ondertekening van het verzoek aan de Koning wordt volstaan met de ondertekening door de meest betrokkene van hen. Het verzoek bevat een beknopte toelichting. In veel gevallen kunnen voor de toelichting op het verzoek en voor de toelichting in de mededeling aan de Staten- Generaal dezelfde bewoordingen worden gekozen. De slotzin van de brief aan de Koning pleegt te luiden:
«Daarom vraag ik U, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad, mij te machtigen tot intrekking van het voorstel van wet.»
Via een kabinetsrescript dat door de directeur van het Kabinet van de Koning wordt ondertekend, wordt de machtiging aan de bewindspersoon bericht.
Laatst gewijzigd op: 29-8-2018