Inhoudsopgave
- 1. Wat is een financiële prikkel?
- 2. Hoe gebruik je een financiële prikkel?
- 3. Achtergrondinformatie
- 4. Contactgegevens
1. Wat is een financiële prikkel?
Algemeen
Met een financiële prikkel kun je de keuze van een bepaalde doelgroep in de goede richting sturen, omdat je de kosten en opbrengsten van verschillende keuzes verandert. Er zijn verschillende soorten financiële prikkels, bijvoorbeeld belastingen, accijnzen, eigen bijdragen en financieringsheffingen.
Financiële prikkels zijn vooral zinvol als de overheid:
- het gedrag van burgers, bedrijven of maatschappelijke organisaties wil veranderen;
- de voorziening van een bepaald goed wil bekostigen;
- herverdeling wil bereiken.
Kenmerken financiële prikkel
- Door bepaald gedrag financieel aantrekkelijk te maken en ander gedrag financieel onaantrekkelijk, kun je aanmoedigen dat bedrijven, burgers of maatschappelijke organisaties hun gedrag aanpassen.
- Financiële prikkels zijn formele beleidsinstrumenten, waarbij de overheid kiest voor een relatief grote mate van dwang. De overheid stelt zich niet op hetzelfde niveau als de te beïnvloeden doelgroep, maar daarboven. Financiële instrumenten zijn daarmee dus verticale instrumenten bij uitstek.
- Financiële instrumenten zijn een vorm van economische regulering, omdat er niet via bijvoorbeeld ge- en verboden door de overheid zaken worden afgedwongen. Belastingen en heffingen zijn verder te zien als financieel-economische vormen van repressieve beleidsinstrumenten. Binnen de fiscaliteit bestaan er fiscale regelingen, dat zijn bijzondere regelingen die de belastingopbrengst verminderen zoals vrijstellingen, verlaagde tarieven en kortingen. Deze regelingen worden vaak instrumenteel ingezet voor specifieke beleidsdoelen.
- Financiële prikkels kunnen op landelijk niveau worden vastgelegd door de rijksoverheid, zoals bij nationale belastingen of accijnzen. Ze kunnen ook op lokaal niveau worden vastgelegd, bijvoorbeeld via gemeentelijke heffingen. De hoogte van eigen bijdragen en dergelijke wordt meestal door de rijksoverheid in overleg met de publieke instellingen bepaald.
- Handhaving van financiële prikkels kan op verschillende manieren gebeuren, bijvoorbeeld door de belastingdienst of via product- of bedrijfschappen. Doordat financiële instrumenten een wettelijke basis hebben, is handhaving makkelijker dan bij meer vrijblijvende instrumenten.
- Financiële prikkels hebben een sterk dwingend karakter. Veel belastingen, accijnzen en heffingen gelden voor iedereen en kunnen door de overheid worden afgedwongen. Bij eigen bijdragen hangt de afdwingbaarheid af van de gemaakte afspraken.
- Financiële prikkels hebben een sterke juridische binding, omdat ze vaak door middel van wet- en regelgeving worden vastgelegd en daarmee afdwingbaar zijn.
- Het wetgevend kader is verschillend per soort financiële prikkel. Belastingen en heffingen zijn gebaseerd op onder meer de Algemene wet inzake rijksbelastingen, lokale heffingen op onder meer de Gemeentewet. De handhaafbaarheid en inning van belastingen en accijnzen is verder geregeld via de Invorderingswet 1990.
- Hoe goed een financiële prikkel werkt, is ook verschillend per soort financiële prikkel.
Voordelen
- Financiële prikkels werken meestal direct in op de keuzes die burgers en bedrijven maken, en zijn dus zeer geschikt om gedrag te sturen.
- Financiële prikkels kunnen budgetneutraal worden ingezet, waarbij de kosten van het instrument evenveel zijn als de opbrengsten ervan. Ze kunnen ook geld opleveren.
Nadelen
- Financiële prikkels kunnen ook juist een negatief effect hebben op het gedrag van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
- Financiële prikkels brengen hoge handhavingskosten mee voor toezichthoudende organisaties.
- Het effect van een financiële prikkel is lager wanneer de doelgroep ongevoelig is voor prijsveranderingen. Probleemdrinkers zijn bijvoorbeeld weinig gevoelig voor een verhoging van de accijns op alcohol.
2. Hoe gebruik je een financiële prikkel?
Bij het gebruik van fiscale regelingen moet altijd het toetsingskader fiscale regelingen worden doorlopen. Naast algemene vragen over de noodzaak van overheidsingrijpen en/of financieel ingrijpen nodig is, wordt hier expliciet de afweging gemaakt tussen een directe subsidie en een fiscale subsidie. Fiscale regelingen verminderen de belastinginkomsten, zijn budgettair moeilijker beheersbaar en maken het stelsel complexer, waardoor je een goede afweging moet maken.
Als je kiest voor een financiële prikkel in de vorm van een uitkering aan burgers, is het met het oog op een goede uitvoering van belang om deze te baseren op de volgende vier uitgangspunten:
- Toets de gegevens van de aanvrager eenmalig vooraf en stel de te verstrekken uitkering meteen definitief vast.
- Maak alleen gebruik van al beschikbare gegevens. Alleen de gegevens die beschikbaar zijn in (basis)registraties worden gebruikt bij het vaststellen van een uitkering.
- Werk daarbij zoveel mogelijk in het nu: neem de meest actuele gegevens uit basisregistraties en eventueel andere beschikbare registraties.
- Gebruik normbedragen of normgetallen als je geen gegevens uit (basis)registraties kunt gebruiken.
Als je één of meer van deze uitgangspunten niet kunt toepassen, leg je in je voorstel uit waarom dit niet mogelijk is.
Slaagfactoren
- Financiële prikkels werken goed wanneer de doelgroep gevoelig is voor prijsveranderingen.
Faalfactoren
- Financiële prikkels werken minder goed wanneer de doelgroep ongevoelig is voor prijsveranderingen.
- Als er teveel verschillende belastingen, heffingen e.d. zijn, kan het maatschappelijk draagvlak voor inzet van financiële prikkels afnemen.
3. Achtergrondinformatie
Het doel van financiële instrumenten is niet altijd in de eerste plaats om gedrag te beïnvloeden. De instrumenten kunnen bijvoorbeeld ook gebruikt worden voor herverdeling van rijk naar arm (bijv. inkomstenbelasting) of voor spreiding van risico’s (bijv. ziektekostenpremies). Het doel van regulerende belastingen is daarentegen wel in de eerste plaats gedragsbeïnvloeding. In het geval van eigen bijdragen kan het doel zijn om een drempel op te werpen, zodat een publiek goed niet te snel gebruikt wordt. De eigen bijdrage kan daarnaast bedoeld zijn om dat goed (mede) te betalen. In het geval van accijnzen, bijvoorbeeld op sigaretten of benzine, is de bedoeling vaak om aan te zetten tot een verminderd gebruik van goederen die als belastend of ongewenst worden gezien.
De handhaving van financiële instrumenten kan hoge kosten met zich mee brengen. Denk aan de kosten die worden gemaakt om de belastingdienst draaiende te houden, maar ook aan de kosten die worden gemaakt om eigen bijdragen en accijnzen te kunnen innen. In sommige gevallen is dat eenvoudiger, zoals bij de alcoholaccijns waar de prijs van alcohol simpelweg hoger ligt. In andere gevallen kan dat lastiger zijn, zoals bij de zorg, waar apart betaald moet worden of zaken verrekend moeten worden.
Hoe goed een financieel instrument werkt, hangt af van de specifieke omstandigheden van de doelgroepen. Meestal werkt een financieel instrument beter wanneer de doelgroep gevoelig is voor veranderingen in de prijs.
Relevante verplichte kwaliteitseisen | Toelichting |
Aanwijzingen voor de regelgeving | Eisen aan de vormgeving van wet- en regelgeving en het proces waarin wetten en regels worden opgesteld. |
Doorberekenen van toelatings- en handhavingskosten | Toetsingskader voor de doorberekening van toelatings- en handhavingskosten aan particulieren. Zie Ar 5.56 en 5.57. |
4. Contactgegevens
- Ministerie van Financiën > DG voor Fiscale Zaken > Directie Algemene Fiscale Politiek
Laatst gewijzigd op: 1-8-2023