Notificatie van maatregelen ter implementatie van richtlijnen geschiedt via een door de Europese Commissie beheerde database (het NUM-systeem ‘NationaleUitvoeringsMaatregelen’, ook wel NME). Dit systeem is gekoppeld aan de Nederlandse IDB (Implementatie Database, ook wel iTimer) die beheerd wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken. De notificatie van implementatiemaatregelen bij de Europese Commissie staat beschreven in aanwijzing 9.19.
In de database is allerlei informatie ingevoerd, zoals de uiterste implementatietermijn. Hierdoor geldt een ‘piepsysteem’: zodra de implementatietermijn wordt overschreden door een bepaalde lidstaat zonder dat de implementatie volledig is gemeld bij de Commissie, volgt er automatisch een ingebrekestelling.
Het voor de implementatie eerstverantwoordelijke departement notificeert de implementatiemaatregelen in de iTImer/IDB waarbij Buitenlandse Zaken de melding valideert in het NUM-systeem. Wordt een richtlijn door verschillende departementen geïmplementeerd, dan notificeert elk departement zijn eigen regeling(en). Bij de departementen zijn decentrale coördinatoren aangewezen, die zijn gemachtigd om in de IDB de benodigde informatie in te voeren. Het ministerie van Buitenlandse Zaken is centrale coördinator en meldt uiteindelijk de implementatie definitief af nadat de departementen de melding hebben klaargezet in het systeem. In een aantal gevallen zet een departement rechtstreeks regelgeving in het NUM-systeem, bijvoorbeeld bij een aanpassing van regelgeving naar aanleiding van een ingebrekestelling. Maar ook in dat geval valideert uiteindelijk Buitenlandse Zaken de definitieve melding.
De ICER-I beheert een overzicht van gemachtigden per departement.
Laatst gewijzigd op: 8-2-2018