Krachtens artikel 87, tweede lid, van de Grondwet geven de regering en de Staten-Generaal elkaar kennis van hun besluit omtrent enig voorstel van wet. Dit betekent dat bijvoorbeeld van een besluit tot niet-bekrachtiging van een initiatiefvoorstel kennis wordt gegeven aan de Staten-Generaal. Ar 7.26 geeft een aanvulling op de grondwetsbepaling. Daarin wordt namelijk bepaald dat de betrokken bewindspersoon zo spoedig mogelijk, doch niet later dan drie maanden na aanneming van een initiatiefvoorstel door de Eerste Kamer, mededeling doet omtrent de besluitvorming aangaande het al dan niet bekrachtigen van het voorstel. In het uitzonderlijke geval dat de besluitvorming op dat moment nog niet zou zijn afgerond, doet hij mededeling van de stand van zaken daaromtrent en van het tijdstip waarop nieuwe mededelingen over deze besluitvorming zullen worden gedaan. Indien de regering voornemens is een initiatiefvoorstel niet te bekrachtigen, kan zij de Staten-Generaal van dat voornemen op de hoogte brengen voordat het feitelijke besluit tot niet bekrachtiging wordt genomen. Meestal zal tijdens de behandeling van het voorstel in de Staten-Generaal al wel gebleken zijn van het oordeel van de regering.
Laatst gewijzigd op: 4-9-2018