Aanwijzing 2.36 Gecontroleerde delegatie

  1. Gecontroleerde delegatie wordt slechts toegepast ingeval een materie regeling bij wet rechtvaardigt maar zich daarvoor toch niet goed leent vanwege haar sterk technische karakter, de noodzaak van snelle wijzigingen of de grote omvang van de te stellen regels.
  2. Voor gecontroleerde delegatie wordt het volgende model gebruikt: 
    De voordracht voor een krachtens artikel […] vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Eerste lid. Gecontroleerde delegatie houdt in dat voorschriften bij lagere regeling kunnen worden vastgesteld maar dat een ontwerp daarvan ter kennis van het parlement wordt gebracht. Het parlement moet dan enige tijd in de gelegenheid worden gesteld opmerkingen over het ontwerp te maken en daarover met de betrokken bewindspersoon van gedachten te wisselen.

Het ontwerp moet voorafgaand aan overlegging aan de beide Kamers van de Staten-Generaal in de ministerraad zijn behandeld, tenzij er bijzondere redenen zijn hiervan af te wijken en hierover overeenstemming is bereikt met het Ministerie van Algemene Zaken. Zie in dit verband artikel 4, tweede lid, aanhef en onder d, van het reglement van orde voor de ministerraad. Bij behandeling in de ministerraad geldt dat de eerstverantwoordelijke minister tevens wordt gemachtigd tot het doen van de voordracht aan de Koning met het oog op toezending van het ontwerp om advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State na afloop van de voorhangprocedure, mits geen ingrijpende wijzigingen worden aangebracht.

Zie voor een nadere toelichting op de termijnen en de mogelijkheden hiervan af te wijken, onder andere tijdens een recesperiode en voor subsidieregelingen, aanwijzing 2.38.