Voorbeeld van beleid en wetgeving uit het project BES(t) 4 kids

De Wet Kinderopvang BES legt de basisregels voor kindercentra en gastouders in Caribisch Nederland vast, waarbij nadrukkelijk rekening is gehouden met de specifieke omstandigheden van de eilanden. Bregje van der Heide en Anne-Marie Kloet delen hun ervaringen met het betrekken van de doelgroepen, wat heeft geleid tot beleid dat nauw aansluit bij de lokale context en behoeften.

Als duo-projectleider vanuit de Rijksoverheid speelde Bregje een belangrijke rol in de totstandkoming van de wet. Anne-Marie is als communicatieadviseur bij de Rijksdienst Caribisch Nederland verantwoordelijk voor het ontwikkelen van effectieve communicatiestrategieën om de wetgeving en veranderingen in de kinderopvang helder over te brengen naar de lokale doelgroepen. Samen spelen zij een cruciale rol in het succesvol ontwikkelen van beleid dat aansluit bij de unieke behoeften van de eilanden.

Een effectieve samenwerkingsstructuur

Het programma is ontstaan uit de dringende behoefte aan kwalitatief goede kinderopvang die voor alle ouders toegankelijk is, zodat elk kind in Caribisch Nederland de kans krijgt zich optimaal te ontwikkelen. Die betere en toegankelijke kinderopvang moet ook wettelijk verankerd zijn en er moet financiering voor zijn. Dit heeft geleid tot het programma BES(t) 4 kids, waarin de openbare lichamen en vier ministeries (OCW, VWS, BZK en SZW) intensief zijn gaan samenwerken. Mede door die intensieve samenwerking kon beleid ontwikkeld worden dat daadwerkelijk haalbaar is. Daarbij werd ook nauw samengewerkt met lokale betrokkenen, zoals kinderopvangorganisaties en ouders.

Bregje benadrukt: "Het is onmogelijk om solistisch vanuit Den Haag passend beleid voor Caribisch Nederland te maken. Daarom is er voor een programmastructuur gekozen waarbij de eilanden stevig vertegenwoordigd zijn. Er is op ieder eiland een projectleider actief die lokaal het beleid uitzet en contact onderhoudt met de kinderopvangorganisaties. Daarnaast is er een stuurgroep waarin bestuurders van de openbare lichamen deelnemen."

Consultaties en lokale betrokkenheid

Een van de fundamenten van het programma is het consulteren van kinderopvangorganisaties en ouders om lokale behoeften en uitdagingen te begrijpen. Anne-Marie legt uit: "Het is essentieel om de stemmen van lokale betrokkenen te horen. Door hen actief te betrekken, krijgen we waardevolle inzichten die helpen bij het ontwikkelen van effectief beleid." Gezien de beperkte digitale infrastructuur op de eilanden, is face-to-face interactie van groot belang. "We zorgen ervoor dat onze voorlichtingsactiviteiten en materialen toegankelijk zijn voor iedereen," benadrukt Anne-Marie. Townhall meetings, consultatiebijeenkomsten, radio-interviews en informatieve folders zijn ingezet, met vertalingen in Nederlands, Papiaments en Engels, zodat iedereen kan deelnemen aan het gesprek.

Het programma hecht veel waarde aan transparantie. Na elke consultatie ontvangt de betrokken doelgroep terugkoppeling over de besproken punten en de acties die hieruit voortvloeien. "Deze terugkoppeling versterkt het vertrouwen en moedigt de betrokkenheid aan," stelt Bregje. Door deze aanpak wordt de samenwerking met lokale stakeholders verder versterkt, wat cruciaal is voor het succes van het programma.

Doenlijk beleid dat aansluit bij de Caribische doelgroep

Het zorgvuldig betrekken van de doelgroepen bij het voorgenomen beleid komt de doenlijkheid van het beleid ten goede. Bregje: "In eerste instantie was bijvoorbeeld het idee om de ouderbijdrage voor de kinderopvang te innen door de overheid. Wij dachten daar de kinderopvangorganisaties mee te ontlasten. Tijdens de consultatiesessies lieten ouders en kinderopvangorganisaties weten dat het onwenselijk is dat de overheid daar als 'derde partij' een rol in speelt. Zodoende hebben we afgezien van dat plan, en is nu onderdeel van de wet dat de kinderopvangorganisatie de ouderbijdrage zelf int." Deze aanpassing, in lijn met de kwaliteitseis doenvermogen, is direct het gevolg van de input van de betrokkenen.

Vooruitblik en uitdagingen

Het programma, dat in 2019 van start ging, had een ambitieuze planning, met als doel de wetgeving in 2022 gereed te hebben. Echter, de realiteit toont aan dat de inwerkingtreding nu staat gepland voor januari 2026. De vertraging is deels te wijten aan de zorgvuldigheid waarmee het traject is ingericht en het feit dat tegelijkertijd werd samengewerkt aan alle kwaliteitseisen die al waren vastgelegd in eilandverordeningen.

De ervaringen die zijn opgedaan in de afgelopen jaren benadrukken de noodzaak van een voortdurende dialoog en samenwerking met lokale stakeholders. Het programma BES(t) 4 kids heeft niet alleen tot doel wetgeving te implementeren, maar ook om een ondersteuningsstructuur voor de kinderopvang te realiseren die ten goede komt aan de kinderen.

Samen met de doelgroep maak je beter beleid

Het programma laat zien dat duurzame veranderingen mogelijk zijn wanneer lokale stemmen worden gehoord en er een oprechte samenwerking bestaat tussen diverse partijen. Dit proces is niet alleen gericht op beleidsimplementatie, maar ook op het versterken van de kinderopvangsector en vergroten van de toekomstkansen van de jonge generatie in Caribisch Nederland.

Wil je meer weten over het programma BES(t) 4 kids? Bezoek dan de website www.best4kids.nu. Ben je daarnaast geïnteresseerd in het ontwikkelen van beleid dat aansluit bij de doelgroep? Kijk dan bij Doenvermogen op het Kenniscentrum voor beleid en regelgeving.

Laatst gewijzigd op: 23-5-2025