Keurmerk

Inhoudsopgave

1. Wat is een keurmerk?

Algemeen

Een keurmerk is een beeldmerk op een product. Het is een afbeelding die informatie geeft over de kwaliteit.

Een keurmerk kun je gebruiken om:

  • informatieproblemen over bepaalde kwaliteit te geven;
  • controle op kwaliteit te vereenvoudigen, omdat de kwaliteit beter te zien is;
  • kwaliteit te beschermen, omdat je het keurmerk als minimale eis kunt gebruiken.

Een keurmerk kan onderscheiden worden naar de inhoud van de boodschap die het overbrengt. Er zijn bijvoorbeeld totaalkeurmerken die informatie geven over alle belangrijke eigenschappen van een product of dienst. Een voorbeeld hiervan is het ‘Goedgekeurd keurmerkinstituut’. De  keuringseisen hiervan gaan over kwaliteit, opleiding personeel, veiligheid, functionaliteit, ergonomie, duurzaamheid, aankoop- en gebruiksinformatie, service en garantie. Behalve totaalkeurmerken zijn er ook deelkeurmerken. Deze gaan over één of meer (maar niet alle) eigenschappen van een product of dienst. Een voorbeeld hiervan is het KEMA Keur dat betrekking heeft op de veiligheid van een product of dienst.

Er zijn drie soorten keurmerken. Dit is afhankelijk van de mate waarin geprobeerd wordt harde garanties te bieden over kwaliteit.

  1. Eerstegraads keurmerken: keurmerken die voldoen aan de eisen van de Raad voor Accreditatie die internationaal afgesproken zijn. Deze keurmerken worden ook wel certificaten genoemd. Meer informatie hierover vind je bij het instrument conformiteitsbeoordeling en accreditatie
     
  2. Tweedegraads keurmerken: keurmerken die door brancheorganisaties zijn ontwikkeld, zoals het Wolmerk en de Keurslager. Tweedegraads keurmerken zijn collectieve merken, zoals Erkend verhuizer. Een rechtspersoon kan zo’n merk deponeren. Dit is meestal een vereniging of stichting. Bedrijven kunnen lid worden of zich aansluiten bij die vereniging of stichting. Als het bedrijf aan bepaalde voorwaarden voldoet, krijgt hij het recht om het keurmerk te gebruiken. De vereniging of stichting bepaalt dus wie het keurmerk mag gebruiken. Hiermee probeert zij te garanderen dat sprake is van een bepaalde kwaliteit, veiligheid, betrouwbaarheid of milieuvriendelijkheid. Het voordeel voor consumenten ligt dus in voorlichting en bescherming.

    De voorwaarden waaraan een bedrijf moet voldoen voor het gebruik van een collectief merk staan in het Reglement op het gebruik en toezicht, dat door de deelnemers zelf wordt vastgesteld. Dit Reglement moet de houder van het keurmerk toevoegen wanneer hij het merk laat vastleggen. Hierin staan de gemeenschappelijke kenmerken die door het collectieve merk worden beschermd. Ook staat in het Reglement hoe er toezicht wordt gehouden op de gebruikers van het merk en wat de straffen zijn. Belangrijk voor een collectief merk is dat de houder onpartijdig is. De houder zelf mag het collectieve merk niet gebruiken voor zijn producten en diensten. Dit is logisch, omdat de merkhouder een toezichtfunctie heeft. Dit zou anders kunnen leiden tot een belangenverstrengeling en het zou het collectieve merk minder geloofwaardig kunnen maken.
     
  3. Derdegraads keurmerken: logo’s of stempels die de indruk wekken een keurmerk te zijn, maar dat eigenlijk niet zijn. Een voorbeeld is het ‘Prijsfavoriet’ logo van Albert Heijn. Derdegraads keurmerken verschillen nauwelijks van ‘gewone’ merken zoals Albert Heijn.

Fasering keurmerk

Bij het ontstaan van een keurmerk zijn er drie fasen. Niet alle keurmerken doorlopen alle fasen.

Fase 1: een groep ondernemers stelt een aantal eisen op. Bedrijven die zich hier aan houden laten dit zien door een logo. De controle hierop is niet meer dan het reageren op klachten.

Fase 2: In overleg met de branche worden de eisen verbreed en verdiept. De controle wordt uitbesteed aan een onafhankelijke instantie. De marketing van het logo wordt professioneler.

Fase 3: De eisen worden besproken met externe deskundigen en maatschappelijke organisaties. De manier van keuring, toelating en controle wordt verzwaard om te voldoen aan de eisen van de Raad voor Accreditatie (RvA). Zodra een certificeringsinstelling haar keurmerk aan de onderneming geeft, spreekt men van een eerstegraads keurmerk of certificering. Zie hiervoor het instrument conformiteitsbeoordeling en accreditatie.

Juridische definitie

Een keurmerk is in juridische zin een collectief merk. Het Nederlandse merkenrecht is gelijk aan het Benelux Verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE). Meer informatie over het BVIE vind je onder ‘3. Achtergrondinformatie’. In dit verdrag wordt een collectief merk als volgt omschreven: “alle tekens, die aldus bij het depot worden aangeduid en die dienen om een of meer gemeenschappelijke kenmerken te onderscheiden van waren, afkomstig van verschillende ondernemingen, die het merk onder toezicht van de houder aanbrengen. Deze laatste mag geen gebruik maken van het merk voor waren die afkomstig zijn uit zijn eigen onderneming of uit ondernemingen, aan welk bestuur of toezicht hij onmiddellijk of middellijk deelneemt.”

Kenmerken keurmerk

  • Informeel. Een keurmerk is voor het grootste deel informeel. Een bepaalde beroepsgroep of sector kan het keurmerk maken. Daarbij kan het keurmerk wel worden opgewaardeerd tot een meer formeel instrument als het gebruik maakt van de Raad voor Accreditatie. Dan is sprake van certificering.
  • Regulering. Een keurmerk is een mengvorm van directe regulering, namelijk zelfregulering, en sociale regulering op basis van vrijwilligheid.
  • Stimulerend. Een keurmerk is stimulerend voor een bepaald kwaliteitsniveau. Daardoor is het een stimulerend instrument.
  • Straffen. In de regels die horen bij het keurmerk kunnen ook straffen staan als een partij zich niet houdt aan de regels. Het keurmerk kan bijvoorbeeld worden afgenomen.
  • Wederkerig. Als je een keurmerk krijgt, krijg je ook verplichtingen. Daarmee is het een zogenaamd ‘wederkerig’ instrument.
  • Specifiek. Een keurmerk is bedoeld voor een duidelijk afgebakende groep, waardoor het een specifiek instrument is.
  • Horizontaal. De betrokken partijen gaan met elkaar om op basis van gelijkwaardigheid. Dit geldt ook voor de overheid als die partij is. Het keurmerk is daardoor een horizontaal beleidsinstrument.
  • Controle. Gebruikers van een keurmerk worden gecontroleerd. Er wordt gekeken of ze voldoen aan de kwaliteitseisen. Daarnaast zijn er kosten van deelname. Als je een keurmerk wilt gebruiken, zijn er instapkosten. Dit kan een drempel zijn. Ook kunnen de gemaakte kosten een drempel zijn om te stoppen.
  • Handhaving. Meestal is er handhaving na klachten van derden. Bij tweede- en eerstegraads keurmerken controleert de certificerende instelling het kwaliteitsniveau van de onderneming.
  • Bereik. Met een keurmerk bereik je marktpartijen; soms grijpt de overheid in.
  • Wetgeving. Het Nederlandse merkenrecht is gelijk aan het Benelux verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE). Door een merk te deponeren kun je het beschermen tegen misbruik door anderen. Zie ook onder ‘Internationale aspecten’.

Voordelen

  • Keurmerken geven duidelijkheid.
  • Overheidstoezicht kan beter worden toegepast, namelijk op die partijen die geen keurmerk hebben. Bovendien kunnen de eisen in de keurmerken als leidraad worden gebruikt voor de hele sector.
  • De overheid is niet meer helemaal verantwoordelijk voor kwaliteit en veiligheid van producten. Het ministerie zal dit natuurlijk niet altijd een voordeel vinden.

Nadelen

  • De door partijen gestelde eisen kunnen voor de overheid niet voldoende zijn.
  • Consumenten kunnen het idee hebben dat de overheid controleert of een onderneming het keurmerk wel mag gebruiken.

Terug naar boven

2. Hoe gebruik je een keurmerk?

Slaagfactoren

  • Het keurmerk moet leesbaar, origineel, makkelijk uit te spreken, te herkennen, te beschermen, te onthouden en te registreren zijn. Verder moet je het kunnen laten zien en juridisch kunnen toepassen.
  • Een keurmerk is effectiever als voldoende partijen in de sector er aan meedoen. Het is dus belangrijk dat een belangrijk deel van de marktpartijen (of marktpartijen met een voldoende marktaandeel) mee willen doen.

Faalfactoren

  • Er moeten niet te veel keurmerken zijn. Dan wordt het verwarrend en onoverzichtelijk.
  • Te weinig toezicht, onduidelijke controlemaatregelen en sancties.

Valkuilen en tips

  • Een keurmerk kan onechte zekerheid geven aan consumenten.
  • Bij tweede- en derdegraads keurmerken is er grotere kans op onoverzichtelijkheid en verwarring.
  • Als de eisen aan een keurmerk te hoog zijn gesteld, kan het voor een partij moeilijk zijn toe te treden tot een markt.

Terug naar boven

3. Achtergrondinformatie

Internationale aspecten

België, Nederland en Luxemburg werken samen en vormen één land voor zover het gaat om merkenrecht. Het Benelux Verdrag inzake de intellectuele eigendom (BVIE) is een zogenaamd attributief stelsel. Daarmee bedoelen we dat het recht op een merk is van degene die het als eerste deponeert. Het is dus niet van degene die het als eerste gebruikt. Degene die een merk deponeert bij het Benelux Merkenbureau in Den Haag en aan alle voorwaarden voldoet, wordt merkhouder. De merkhouder heeft als enige het recht het merk te gebruiken. Dit recht kan ook worden overgedragen of in licentie gegeven. De inschrijving heeft een geldigheidsduur van tien jaar vanaf de datum van inschrijving. De inschrijving kun je verlengen, zo vaak als je wilt. Ieder keer is de verlenging voor een periode van tien jaar. Het collectieve merk wordt geregeld in het BVIE.

Sinds 1996 is het mogelijk om merkbescherming te krijgen in de gehele Europese Unie via het depot en de inschrijving van een Gemeenschapsmerk. Het Gemeenschapsmerk krijg je door één enkele registratie bij het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO). In de meeste landen van de wereld is het merkenrecht op ongeveer dezelfde manier geregeld als in de Benelux. Dit geldt ook voor collectieve merken. Als een merk in de Benelux geregistreerd is, kan een internationale registratie worden aangevraagd. Dit gaat volgens het systeem van ‘Madrid’. Dit betekent dat je door één aanvraag een bundel rechten kunt krijgen in alle of een deel van de verschillende landen die lid zijn van dit systeem. Bij de depotaanvraag moet je aangeven in welke landen je het merk wilt laten beschermen.

De CE markering is een Europees merkteken en eigendom van de Europese Unie. Het is een verklaring van overeenstemming met de wet. De eisen zijn opgenomen in Europese richtlijnen en toegepast in de wetten van de lidstaten. In sommige gevallen mag de producent of leverancier zelf besluiten de CE-markering aan te brengen. In andere gevallen is eerst een keuring nodig door een erkende instelling. Controles worden uitgevoerd door overheidsinstellingen. In Nederland is dit onder andere de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA).

Relevante verplichte kwaliteitseisen
Relevante verplichte kwaliteitseisen Toelichting
Kabinetsstandpunt conformiteitsbeoordeling en accreditatie in het kader van overheidsbeleid Beleidskader voor nieuwe certificatieregelingen of te vernieuwen regelingen waar sprake is van een publiek belang.

Terug naar boven

Laatst gewijzigd op: 28-3-2023