Aanwijzing 5.49 Afwijkende rechtsbescherming in bijlagen Awb

Indien er aanleiding is voor een van de volgende afwijkingen van een in de Algemene wet bestuursrecht opgenomen hoofdregel van bestuursprocesrecht, wordt die afwijking in de bijlagen bij die wet geregeld:

  1. rechtstreeks beroep;
  2. geen beroep;
  3. beroep in één instantie;
  4. beroep bij een andere rechtbank dan volgens de regels over relatieve competentie;
  5. hoger beroep bij een andere bestuursrechter dan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;
  6. verlaagd griffierecht.

Toelichting

Voor afwijkingen van het algemene bestuursprocesrecht van de Awb dient een goede reden te bestaan. Voor enkele situaties voorziet de Awb zelf in de mogelijkheid van een dergelijke afwijking, door een bijzondere wet of een onderdeel daarvan te vermelden in een bijlage bij de Awb:

  • rechtstreeks beroep: zie artikel 7:1, eerste lid, onder g, en bijlage 1;
  • geen beroep: zie artikel 8:5, eerste lid, en artikel 1 van bijlage 2;
  • beroep in één instantie: zie artikel 8:6 en hoofdstuk 2 van bijlage 2;
  • beroep bij een andere rechtbank dan volgens de regels over relatieve competentie: zie artikel 8:7, derde lid, en hoofdstuk 3 van bijlage 2;
  • hoger beroep bij een andere bestuursrechter dan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: zie de artikelen 8:105 en 8:106, eerste lid, onder a, en hoofdstuk 4 van bijlage 2;
  • verlaagd griffierecht: zie de artikelen 8:41, tweede lid, onder a, en 8:109, eerste lid, onder a, en bijlage 3.

Bij het openstellen van hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dient een keuze te worden gemaakt tussen het wel of niet toekennen van schorsende werking, zie artikel 8:106, eerste lid, onder a, Awb en de artikelen 9 en 10 van bijlage 2 bij die wet.

Als een regeling of bepaling die vermeld wordt in een Awb-bijlage, wordt ingetrokken of vervalt, verdient het aanbeveling om die vermelding met ingang van dezelfde datum te schrappen, ook als de regeling of bepaling krachtens overgangsrecht nog van toepassing blijft op "oude" gevallen. Desgewenst kan in dat overgangsrecht worden voorzien in een aanvulling of afwijking van het permanente overgangsrecht van artikel 11:3 Awb.