- In een bijzondere wet worden in beginsel geen bepalingen over bestuursrechtelijke rechtsbescherming opgenomen.
- Naast de bestaande gerechten worden geen nieuwe organen met bestuursrechtspraak belast.
Toelichting
Eerste lid. In beginsel wordt volstaan met het in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet administratieve rechtspraak BES (WarBES) neergelegde stelsel van rechtsbescherming (zie ook aanwijzing 2.46). Uit de Awb volgt dat, als een bijzondere wet aan een bestuursorgaan de bevoegdheid toekent besluiten te nemen, tegen een dergelijk besluit in beginsel bezwaar, beroep en hoger beroep openstaan. De WarBES bevat een vergelijkbare regeling, zij het dat de WarBES uitgaat van het begrip "beschikking" in plaats van "besluit". Een ander verschil met de Awb is dat de WarBES een facultatieve bezwaarschriftprocedure kent: belanghebbenden kunnen de bezwaarfase desgewenst overslaan en rechtstreeks beroep instellen.
Uit het eerste lid volgt ook dat in beginsel voor alle belanghebbenden dezelfde beroepsmogelijkheden dienen open te staan, en dat tegen feitelijke handelingen in beginsel geen beroep bij een bestuursrechter wordt opengesteld.
Een aantal uitzonderingen op het algemene bestuursprocesrecht van de Awb is opgenomen in drie bijlagen bij die wet, zie aanwijzing 5.49. De WarBES kent geen bijlagen met uitzonderingen. Indien het nodig is om een uitzondering op de WarBES te maken, wordt dat in de bijzondere wet geregeld.
Rijkswetten. Voor rijkswetgeving geldt dat voor de rechtsbescherming in beginsel wordt aangesloten bij de rechtsregels van het land waar een bestuursorgaan zijn zetel heeft. Zo is op besluiten van een Nederlands bestuursorgaan dat met de uitvoering van rijkswetgeving is belast, in beginsel de Awb (of de WarBES) van toepassing, en op besluiten van bijvoorbeeld een Arubaans bestuursorgaan de Landsverordening administratieve rechtspraak.