3.3.5 Codificatie

Voorstellen voor codificatie van Europese rechtsinstrumenten worden gemaakt door de Europese Commissie.  De stukken gaan voor Nederland naar de afdeling Juridische en Institutionele Zaken van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Een ambtenaar van deze afdeling ontvangt de voorstellen als lid van de zogenoemde Raadswerkgroep codificatie (‘Groupe Codification Legislatif’) namens Nederland. Van codificatievoorstellen van de Europese Commissie wordt in Den Haag geen BNC-fiche gemaakt. De stukken van de werkgroep worden door de Permanente Vertegenwoordiging uitgezet bij de betrokken ministeries. Die sturen commentaar terug dat weer wordt ingebracht in de Raadswerkgroep. In de meeste gevallen kan de inbreng van Nederland in zo’n werkgroep bilateraal  (dus tussen het betrokken departement en de Permanente Vertegenwoordiging) en elektronisch plaatsvinden, omdat er zonder moeite met de codificatievoorstellen kan worden ingestemd. Alertheid is af en toe echter wel geboden omdat er wel eens inhoudelijke wijzigingen in een codificatievoorstel staan of er gedurende het Brusselse proces in willen sluipen (dus codificatie met herschikking).

Indien nodig wordt het secretariaat van de ICER-I betrokken bij codificatiekwesties en de inbreng van Nederland in de Raadswerkgroep codificatie.

In de Raadswerkgroep codificatie heeft men in 2008 een handleiding ontwikkeld over codificatie, wat het is en hoe het in zijn werk gaat (Codification of legislation, a practical guide, SN 1508/08). Deze handleiding kan heel nuttig zijn bij het beoordelen van codificatievoorstellen en voor meer algemeen het vinden van informatie over codificatie en de werkwijze van de Raadswerkgroep codificatie.

Laatst gewijzigd op: 8-2-2018