Pleidooi bestuurders: bevraag doelgroepen beter beleid

Beleid is alleen effectief als het aansluit op de behoeften en mogelijkheden van de mensen voor wie het bedoeld is. Het is dan ook essentieel om gedurende het ontwikkelproces verschillende doelgroepen te onderzoeken en te bevragen, bijvoorbeeld met een gedragskundige. Waardevolle lessen uit de praktijk van 2 ervaren bestuurders: Eric Bezem, directeur-generaal Straffen en Beschermen bij Justitie en Veiligheid, en Kees van der Burg, directeur-generaal Mobiliteit bij Infrastructuur en Waterstaat.

Afbeelding
Erik Bezem en Kees van der Burg staan buiten te praten

“Het is belangrijk om de doelgroep van beleid zelf te vragen wat zij nodig hebben”, stelt Eric Bezem. “Meestal weten mensen namelijk zelf het best wat er nodig is om hun problemen aan te pakken. Dat merkte ik bijvoorbeeld toen wij een uitsluitingsregister voor kansspelen bedachten om mensen te beschermen tegen verslaving. Als je daarop inschrijft, kun je niet meer gokken bij casino’s en online aanbieders met een Nederlandse vergunning. Maar daarmee hebben we de kracht van die verslaving onderschat. Pas op een bijeenkomst van gokverslaafden merkte ik uit gesprekken met mensen uit alle lagen van de bevolking hoe listig de gokindustrie is. Hun verlangen naar die kick van het gokken is zo sterk dat ze al snel een weg om dat register heen vinden. Tegelijk kwamen ze ook met ideeën hoe we hen beter zouden kunnen beschermen.

Kies voor maatwerk

“We moeten in ons conceptueel denken meer werken met casuïstiek, hoe zit het echt?”, bevestigt Kees van der Burg. “Dat zag ik heel duidelijk in mijn tijd bij Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Conceptueel vond ik ons nieuwe zorgbeleid heel goed doordacht. We spraken daarover natuurlijk met koepels en belangenverenigingen. Maar toen er verpleegzorg nodig was voor mijn eigen ouders, liep ik tegen de beperkingen van het systeem aan en ervoer ik zelf hoe ingewikkeld het eigenlijk is om bijvoorbeeld een indicatie te krijgen of te werken met een persoonsgebonden budget. In het zorgbeleid is daarom een omslag gemaakt van ‘iedereen hetzelfde’ naar ‘ieder het zijne’. Dat geldt in feite ook voor toegang tot het mobiliteitssysteem. Ook daar is meer zicht op verschillende doelgroepen van belang. Mist iemand bijvoorbeeld digitale vaardigheden, dan is het ook lastiger om voorzieningen met het OV te bereiken. Daar moet je rekening mee houden.”

Hou rekening met verschillende groepen stakeholders

Naast maatwerk binnen een doelgroep is het belangrijk om rekening te houden met uiteenlopende belangen van verschillende groepen stakeholders, benadrukt Eric Bezem. “Bij adoptiebeleid zijn de behoeften van ouders bijvoorbeeld anders dan die van kinderen. En als we gevangenisbeleid afstemmen op de behoeften van gedetineerden, vragen slachtoffers en nabestaanden zich terecht af wat we vervolgens voor hen betekenen. Mede daarom is het bij het ondervragen van doelgroepen zaak om van tevoren de verwachtingen te bespreken. Maak duidelijk dat je hun voorstellen voor oplossingen serieus neemt, maar dat dit niet per se betekent dat ze terugkomen in het beleid. Zorg er wel voor dat je hierover adequaat terugkoppelt. Dit is ook de kern van onze nieuwe manier van werken met het Beleidskompas. Bij elke stap in het proces van beleidsvorming betrekken we stakeholders. Met hun input scherpen we onze probleemanalyse aan en creëren we betere oplossingen.”

Voer gesprekken met belanghebbenden

Het is hard werken om het perspectief van doelgroepen continu mee te nemen in beleidsvorming, weet Kees Van der Burg. “Er liggen stapels rapporten waar je al rekening mee moet houden voor bijvoorbeeld politieke, juridische en financiële aspecten. Juist daarom moet je zo vroeg mogelijk in elke fase van het ontwikkelproces bewust de vraag stellen hoe het beleid er in de praktijk uit komt te zien en wat dit betekent voor de mensen die ermee te maken krijgen. Deels is dat een kwestie van gezond verstand, maar ik raad aan om vooral ook veel gesprekken te voeren met direct belanghebbenden. Wij hebben bijvoorbeeld wel een globaal beeld van de laadpalen langs de weg die nodig zijn voor de overgang naar zero-emissie voertuigen. Gesprekken met tankstationhouders en uitbaters van shops op de benzinestations maken dan duidelijk hoe realistisch dat beeld is.”

Raadpleeg een gedragskundige

Er is niet 1 vaste formule om in contact te treden met doelgroepen, vult Eric Bezem aan. “Kijk eerst wat we al weten uit bestaande onderzoeken, en kies vervolgens een geschikte manier om die informatie aan te vullen en vragen te beantwoorden. Ga er open in en luister echt. Bevraag ervaringsdeskundigen, organiseer panelgesprekken of zet enquêtes uit. Daarnaast is het belangrijk om voorstellen te toetsen bij een gedragskundige. In de praktijk kunnen mensen namelijk anders reageren dan je denkt. Zo leerde ik van een gedragskundige en uit onderzoek dat spotjes om mensen te wijzen op de risico’s van gokken jongeren juist nieuwsgierig kunnen maken om eens een gokje te wagen. Dan heb je dus gerichte campagnes voor verschillende doelgroepen nodig.”

Neem de tijd en leer van je fouten

Deze manier van werken vraagt wel om anders denken, geeft Eric Bezem aan. “Binnen ons directoraat hebben we nu een half jaar een gedragskundige, dus ook voor ons is het relatief nieuw. Het is behulpzaam en biedt perspectief, maar mensen moeten elkaar nog vinden en weten wat ze aan elkaar hebben. Je brengt twee werelden bij elkaar en dat kost tijd.” Kees van der Burg: “Dat gaat met vallen en opstaan. Belangrijk daarbij is dat je durft te leren van fouten. Analyseer met alle betrokken partijen wat er mis ging. Dan weet je wat er nodig is om het de volgende keer wel goed te doen.”

Dit artikel is ook gepubliceerd op de website Gebruiker Centraal.

Laatst gewijzigd op: 15-9-2025