Inhoudsopgave
- 1. Wat is het kabinetsbeleid m.b.t. het doorberekenen van toelatings- en handhavingskosten?
- 2. Waarom is dit beleidskader nodig?
- 3. Wanneer en waarvoor gebruik je dit beleidskader?
- 4. Hoe verwerk je de eis in de toelichting?
- 5. Hoe wordt het gebruik van het beleidskader getoetst?
- 6. Waar vind ik meer informatie?
- 7. Wie kan mij verder helpen?
- 8. Welke andere criteria en uitgangspunten hangen samen met dit beleidskader?
1. Wat is het kabinetsbeleid m.b.t. het doorberekenen van toelatings- en handhavingskosten?
Handhaving van wet- en regelgeving wordt in beginsel uit de algemene middelen gefinancierd. Op basis van het beleidskader Maat houden (2014) zijn op deze hoofdregel uitzonderingen mogelijk met gehele of gedeeltelijke doorberekening van toezichtskosten aan ondertoezichtgestelden. Doorberekening van toelatingskosten (bijv. een vergoeding voor een vergunning) of handhavingskosten is mogelijk:
- als het handelen van de ondertoezichtgestelde noodzaakt tot meer dan regulier toezicht en handhaving (het ‘veroorzaker betaalt’-beginsel);
- als de ondertoezichtgestelde substantieel profiteert van het toezicht (het profijtbeginsel).
Hierbij moet je rekening houden met bepaalde randvoorwaarden. Doorberekening mag bijvoorbeeld niet leiden tot strijd met de principes van goed toezicht: toezicht moet onafhankelijk, transparant, professioneel, selectief, slagvaardig en samenwerkend zijn. Ook moeten de baten van doorberekening opwegen tegen de kosten en mogen geen onverklaarbare verschillen ontstaan in het doorberekeningsbeleid tussen verschillende beleidsdomeinen.
2. Waarom is dit beleidskader nodig?
Dit beleidskader is nodig om evenwichtig om te gaan met doorberekening van toelatings- en handhavingskosten.
3. Wanneer en waarvoor gebruik je dit beleidskader?
Maak gebruik van het beleidskader Maat houden (2014) als je overweegt om in je voorstel toelatings- en/of handhavingskosten door te berekenen aan ondertoezichtgestelden. Het kader bevat bijvoorbeeld informatie over wanneer doorberekening mogelijk is, hoe de hoogte van de bijdrage kan worden vastgesteld en welke eisen worden gesteld aan de onderbouwing. In het Beleidskader zijn ook voorbeelden opgenomen van de toepassing op verschillende beleidsterreinen.
4. Hoe verwerk je de eis in de toelichting?
De verantwoording van het beleidskader moet zichtbaar en inzichtelijk blijken uit de toelichting bij je regeling en – waar toepasselijk – je beleidsbrief. Bij een regeling kan dit bijvoorbeeld in de paragraaf over de instrumentkeuze of in een aparte handhavingsparagraaf. Zie ook de Schrijfwijzer memorie van toelichting.
5. Hoe wordt het gebruik van het beleidskader getoetst?
De toepassing van deze kwaliteitseis wordt getoetst door de interne kwaliteitsborging van je departement en – bij agendering richting ministerraad – door het ambtelijk voorportaal. In geval van een wet of een algemene maatregel van bestuur, toetst het Ministerie van Justitie en Veiligheid bij de wetgevingstoets voorafgaand aan agendering richting ministerraad.
6. Waar vind ik meer informatie?
- Zie naast het beleidskader Maat houden (2014) ook de bijbehorende samenvatting en de aanbiedingsbrief.
7. Wie kan mij verder helpen?
- Eerstelijnsadvisering: Directie Wetgeving en Juridische Zaken van je departement;
- Tweedelijnsadvisering: beleidskompas@kcbr.nl.
8. Welke andere criteria en uitgangspunten hangen samen met dit beleidskader?
Laatst gewijzigd op: 29-8-2023