Aanwijzing 5.58 Evaluatiebepaling

Indien het wenselijk is te bepalen dat een wet wordt geëvalueerd, of dat over de uitvoering daarvan verslag wordt gedaan, wordt het volgende model als uitgangspunt genomen:

Onze Minister van/voor … zendt [in overeenstemming met Onze Minister van/voor …] binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk [of nadere omlijning van aspecten of onderdelen van de wet].

Toelichting

Voor onderzoek komen in aanmerking zowel de mate van verwerkelijking van de doelstellingen en de neveneffecten als de evenredigheid, subsidiariteit, uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, afstemming op andere regelingen, eenvoud, duidelijkheid en toegankelijkheid. Welke vorm van evaluatie moet worden gekozen, zal afhangen van onder meer het gewicht van de betrokken regeling, de maatschappelijke betekenis ervan en de aan evaluatie verbonden lasten. Er is een breed scala denkbaar van diepgaand wetenschappelijk onderzoek tot rapportage door de uitvoeringsorganen. Indien voor de evaluatie de medewerking van anderen dan een onder de minister ressorterend orgaan nodig is, moet worden voorzien in een wettelijke verplichting tot gegevensverstrekking. Voor zelfstandige bestuursorganen is in artikel 20 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen al een algemene basis voor gegevensverstrekking opgenomen die mede ten dienste van evaluaties kan worden ingezet.

In het algemeen ligt een evaluatietermijn van vijf jaar in de rede. Onder omstandigheden kan een andere termijn de voorkeur verdienen. Bij een termijn van minder dan vijf jaar moet er echter rekening mee worden gehouden dat die termijn mogelijk te kort is voor een evaluatie, omdat er dan nog weinig ervaring met de wet in de praktijk zal zijn opgedaan.
De modelbepaling gaat uit van een eenmalige evaluatie. In bijzondere gevallen kan er behoefte bestaan aan een periodieke evaluatie van een wet. In de evaluatiebepaling kan dan worden bepaald dat de evaluatie "binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na (…) jaar," zal plaatsvinden.

Zie voor nadere informatie over de gevallen waarin en de wijze waarop evaluaties moeten plaatsvinden onderdeel 7.7 (Evalueren en monitoren van beleid) van het IAK.