Nr. 42 (Nader rapport bij wetsvoorstellen die niet worden ingediend)

Het is mogelijk, bijvoorbeeld indien de bewindspersoon met de Afdeling advisering van de Raad van State van oordeel is dat het wetsvoorstel beter niet - of althans niet in deze vorm - kan worden ingediend, in het nader rapport bij de reactie van de bewindspersoon op de opmerkingen van de Afdeling advisering te volstaan met de belangrijkste overwegingen die tot de nadere besluitvorming hebben geleid. Indien wordt besloten het wetsvoorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen, kan vanzelfsprekend niet de gebruikelijke slotformulering voor het nader rapport worden gebezigd. Afhankelijk van de achtergrond van de beslissing om het wetsvoorstel niet in te dienen moet voor de slotformule van het nader rapport de formulering van het model Nader rapport bij niet indienen wetsvoorstel worden gevolgd. In het nader rapport behoeft dan niet meer inhoudelijk op de opmerkingen van de Afdeling te worden ingegaan.

In beide formuleringen wordt ervan uitgegaan dat de vraag of het wetsvoorstel al dan niet moet worden ingediend, aan de ministerraad is voorgelegd. Hiervan kan in overleg met de secretaris van de ministerraad worden afgeweken. Voor de ondertekening van het nader rapport zie nr. 41. Op de openbaarmaking van het advies van de Raad van State, het nader rapport en de overige stukken wordt in nr. 46 ingegaan.

Laatst gewijzigd op: 14-5-2020