Inhoudsopgave
- 1. Wat is de verplichte kwaliteitseis?
- 2. Wat zijn ‘Grenzen aan gedogen’?
- 3. Waarom zijn Grenzen aan gedogen nodig?
- 4. Wanneer bepaal ik de grenzen aan gedogen?
- 5. Hoe bepaal ik de grenzen aan gedogen?
- 6. Waar vind ik meer informatie?
- 7. Wie kan mij verder helpen?
1. Wat is de verplichte kwaliteitseis?
De kabinetsnota Grenzen aan Gedogen (brief) (Kamerstukken II 1996/97, 25085) beschrijft de randvoorwaarden van het begrip gedogen.
2. Wat zijn ‘Grenzen aan gedogen’?
Wetten zijn geen vrijblijvende normen, maar moeten worden nageleefd en gehandhaafd. Alleen in uitzonderingsgevallen kan gedogen aanvaardbaar of zelfs geboden zijn. Als je een wet maakt, kan je echter niet alle situaties voorzien. Daarom gaat ons recht niet uit van een volledige handhavingsplicht. Bestuursorganen die een handhavingstaak hebben, hebben meestal alleen de bevoegdheid, niet de plicht om te handhaven. Daarmee hebben de bestuursorganen ook de bevoegdheid om in sommige situaties niet te handhaven of te bestraffen. Dit gedogen kan alleen onder bepaalde randvoorwaarden, de ‘Grenzen aan gedogen’.
Centrale en decentrale overheden met een handhavingstaak krijgen met deze verplichte kwaliteitseis te maken bij de vraag of je in een bepaald geval moet handhaven of juist gedogen. De vraag van gedogen geldt vooral op het terrein van het bestuursrecht. Het privaatrecht blijft buiten beschouwing, omdat het daar niet de overheid is die het initiatief neemt voor handhaving. In sommige gevallen heeft het bestuursrecht overeenkomsten met het strafrecht, dan worden ook strafrechtelijke overwegingen gemaakt bij de keuze om wel of niet te gedogen.
3. Waarom zijn Grenzen aan gedogen nodig?
Een bestuursorgaan met een handhavingstaak heeft niet de vrijheid om naar eigen inzicht te beslissen of het wel of niet zal handhaven. Het hebben van een bevoegdheid geeft ook een plicht, namelijk de plicht om die bevoegdheid zorgvuldig te gebruiken. Deze plicht vereist dat bij elke beslissing over handhaving een zorgvuldige belangenafweging moet worden gemaakt. Daarbij moeten doel en strekking van de overtreden norm het uitgangspunt zijn.
4. Wanneer bepaal ik de grenzen aan gedogen?
De vraag of gedogen aanvaardbaar is, speelt meestal nadat de normovertreding is geconstateerd door het bestuursorgaan dat met handhaving is belast. In een dergelijke situatie is van het maken van beleid geen sprake. De kaders van de kabinetsnota zijn voor de beleidsmaker vooral relevant als:
- Voorgenomen beleid meebrengt dat op toekomstige overtredingen van een bestaande norm niet of niet altijd handhavend zal worden gereageerd, of als
- Bij de totstandkoming van nieuwe normen in beleid of regelgeving voorzienbaar is dat niet in alle gevallen waarin overtreding van deze nieuwe normen wordt geconstateerd, handhavend zal of kan worden opgetreden.
5. Hoe bepaal ik de grenzen aan gedogen?
De onder 1 genoemde nota helpt om stapsgewijs duidelijkheid te krijgen over het begrip gedogen en de diverse verschijningsvormen van gedogen. De nota biedt houvast bij beantwoording van de kernvraag in welke situaties gedogen aanvaardbaar kan zijn. Ook wordt beschreven welke middelen kunnen worden gebruikt om de oorzaken van gedoogpraktijken te voorkomen.
Hoofdelementen
Vanwege het brede karakter van de nota zijn de resultaten niet uitgewerkt per beleidsterrein, type norm of sanctiemiddel. Dit zijn de hoofdelementen van de nota:
- Doel en probleemstelling
- Naleving en handhaving van wettelijke normen
- Evenwichtige rechtshandhaving
- Definitie en verschijningsvormen van gedogen
- In welke gevallen wordt gedoogd?
- Controlevormen
- Gedogen in buitenland
- Rechtsstatelijk dilemma
- Grenzen aan gedogen
6. Waar vind ik meer informatie?
- Grenzen aan gedogen (Kamerstukken II 1996/97, 25085, nr. 2)
7. Wie kan mij verder helpen?
Mocht je nog vragen hebben, dan kunnen de collega’s van het Beleidskompas je verder verwijzen: beleidskompas@kcbr.nl.
Laatst gewijzigd op: 28-3-2023