Inhoudsopgave
- Juridisch kader
- Handvatten voor het opstellen van de wettekst en memorie van toelichting
- Modelbepalingen
- Voorbeelden en literatuur
Juridisch kader
De AVG kent betrokkenen verschillende rechten toe die zij kunnen uitoefenen ten opzichte van de verwerkingsverantwoordelijke, zodat zij meer controle hebben over de verwerking van hun persoonsgegevens en de bescherming daarvan. Deze rechten vloeien voort uit artikel 8, tweede lid, Handvest. Onder voorwaarden kunnen deze rechten worden ingeperkt.
Rechten van betrokkene
Hoofdstuk III van de AVG geeft betrokkenen de volgende rechten:
- toegankelijke informatieverschaffing over de verwerkingen (artt. 12 t/m 14);
- inzage (art. 15);
- rectificatie (art. 16);
- gegevenswissing (art. 17);
- beperking van de gegevensverwerking (art. 18);
- kennisgeving van rectificatie, wissing of beperking van de verwerking aan de ontvangers van gegevens (art. 19);
- overdraagbaarheid van gegevens (art. 20);
- bezwaar tegen de gegevensverwerking (dat een autonoom AVG-begrip is en onderscheiden moet worden van bezwaar in de zin van de Awb, art. 21); en
- niet onderworpen te worden aan geautomatiseerde besluitvorming (art. 22).
Naast deze rechten hebben betrokkene nog andere mogelijkheden om hun recht te halen, zoals het indienen van bezwaar/beroep tegen een besluit van een bestuursorgaan (art. 34 UAVG), van een klacht bij de Autoriteit persoonsgegevens (AP) (art.77 AVG), de AP om bemiddeling/advies verzoeken (art. 36 UAVG) of nog het instellen van een bestuurs- of civielrechtelijke voorziening (art. 79 AVG).
Deze rechten worden hier niet behandeld.
Beperking van de rechten
Volgens artikel 3 AVG is inperking van de rechten van betrokkene mogelijk, mits dit gebeurt op grond van een (sectorspecifieke) wettelijke regeling en aan drie voorwaarden is voldaan:
- de beperking laat de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet,
- is een noodzakelijke en evenredige maatregel ter waarborging van een (of meer) belangrijk maatschappelijk belang, zoals de nationale veiligheid, de opsporing van strafbare feiten of andere doelstellingen van algemeen belang, en
- de regeling voldoende ingaat op de aspecten, genoemd in artikel 23, tweede lid, AVG.
Naast bovenstaande rechten (ex art. 12 t/m 22 AVG) kunnen ook de rechten bedoeld in artikel 34 AVG (mededeling datalek) en (de beginselen genoemd in) artikel 5 AVG worden beperkt. Wat artikel 5 AVG betreft, is het alleen mogelijk om van die onderdelen van dat artikel af te wijken die overeenkomen met een van de rechten uit artikelen 12 t/m 22 AVG. Hierdoor is het bijv. mogelijk om (tijdelijk) het beginsel van transparantie te beperken, omdat dat beginsel wordt uitgewerkt in het informatierecht, zoals neergelegd in de artikelen 12 t/m 14 AVG. Het is echter niet mogelijk om de doelbinding te beperken aangezien dat een beginsel is dat niet verder wordt uitgewerkt in de genoemde artikelen. Andere rechten kunnen niet worden beperkt.
In artikel 4.1 UAVG heeft de verwerkingsverantwoordelijke een mogelijkheid gekregen om, onder strikte voorwaarden, de rechten van betrokkenen in te perken. Deze bepaling is opgesteld als vangnet voor die gevallen waarin de wetgever (nog) geen specifieke (sectorspecifieke) bepaling heeft opgenomen over de inperking van de rechten van betrokkenen. Het is bedoeld voor toepassing in individuele gevallen en dient per geval door de verwerkingsverantwoordelijke afgewogen te worden. De AP is van mening dat deze bepaling ten onrechte de afweging bij de verwerkingsverantwoordelijke neerlegt, terwijl artikel 23 AVG beperkingen alleen mogelijk maakt door middel van voldoende specifiek en voorzienbare bepalingen die op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing zijn. Deze opzet houdt het risico in zich dat er in de afweging onvoldoende waarborg wordt toegekend aan de rechten van betrokkene (z2020-08972). Zie hierover ook EDPB Richtsnoeren 10/220, nr. 9 en Motie van het lid El Abassi.
Zie voor beperkingen die door de AVG zelf zijn geregeld, artikel 14, vijfde lid en artikel 15, vierde lid, AVG. Deze artikelen worden hier verder niet besproken, omdat die geen verplichtingen aan de wetgever opleggen.
Handvatten voor het opstellen van de wettekst en memorie van toelichting
Bij nieuwe (of aanpassing van bestaande) regelgeving dient er op verschillende manieren rekening te worden gehouden met de rechten van betrokkenen.
Rechten van betrokkene
Memorie van Toelichting
Rechtsbeschermingsparagraaf in het algemeen deel van de toelichting:
- Bij voorstellen, die gevolgen hebben voor de rechtsbescherming, dient een aparte rechtsbeschermingsparagraaf/alinea te worden opgenomen, waarin gebundeld rechtsbeschermingsaspecten worden toegelicht, zoals openstaande rechtsgangen, kwalificatie van beslissingen als Awb-besluiten, bevoegde rechters en geldende termijnen van bezwaar en beroep etc. Zie hierover de motie-Van Nispen.
- Ga, in aanvulling daarop, in op het AVG-regime en de (belangrijkste) AVG-rechten van betrokkene, zoals het recht op inzage, informatie, correctie etc.. Verwijs daarbij naar de desbetreffende artikelen en concretiseer hoe de betrokkene deze rechten kan inroepen, in de situatie die het wetsvoorstel beoogt te regelen (bv. bij wie kan betrokkene inzageverzoeken indienen) (W06.24.00131/III, onder 6b).
- Bedenk daarbij dat, bij nieuwe gegevensverwerkingen en het ontwikkelen of duiden van nieuwe grondslagen daarvoor, de keuze voor een grondslag gevolgen heeft voor de rechten van betrokkene om bezwaar te maken tegen de verwerking (art. 21 AVG). Bij de rechtsgrond ‘taak van algemeen belang’ (art. 6, eerste lid, onder e AVG) komt betrokkene dit recht toe, maar niet bij een verwerking gebaseerd op de rechtsgrond ‘wettelijke verplichting’ (art. 6, eerste lid, onder c AVG). Zie ook: de pagina grondslagen wettelijke verplichting en taak van algemeen belang.
Eventuele bezwaarmogelijkheden op grond van de Awb of beroepen op grond van artikel 6:162 BW blijven uiteraard bestaan. Het recht op gegevenswissing is bij deze beide rechtsgronden evenmin van toepassing (art. 17, derde lid, onder b, AVG).
Rol verwerkingsverantwoordelijke i.r.t. rechten van betrokkene:
- Met het oog op (effectuering van) de rechten van betrokkenen moet er aandacht worden besteed aan de verwerkingsverantwoordelijke. Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke niet in de wettekst is aangewezen, sta er in de toelichting bij stil zodat duidelijk wordt bij wie betrokkenen hun rechten kunnen doen gelden.
- Bij gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijkheid rust op de gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, de verplichting om hun onderlinge rol en verhouding m.b.t. (de rechten van) betrokkenen helder te regelen (art. 26 AVG). Leg in de toelichting uit hoe aan artikel 26 AVG uitvoering wordt gegeven; houd daarbij in gedachte dat, ongeacht de regeling betrokkene bij ieder van hen terecht kan/moet kunnen om zijn rechten uit te oefenen (art. 26, derde lid AVG). Zie de pagina verwerkingsverantwoordelijkheid.
Beperking van de rechten
Bepaal welke rechten, en in welke mate, zij worden beperkt
- Beperkingen zijn alleen rechtmatig als zij betrekking hebben op een beperkt aantal in artikel 23 AVG opgesomde rechten en/of verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke. Een algemene schorsing van alle rechten kan dus niet.
- Mogelijk is ook om te voorzien dat de uitoefening van een recht tijdelijk wordt uitgesteld, dat een recht gedeeltelijk wordt uitgeoefend of tot bepaalde categorieën van gegevens wordt beperkt, of dat een recht indirect via een onafhankelijke toezichthoudende autoriteit kan worden uitgeoefend.
Noodzaak en evenredigheid beperking
- Bepaal of het stellen van een beperking aan (de reikwijdte van) één of meer rechten van betrokkenen noodzakelijk is. Een beperking van een individueel recht moet belangrijke doelen van algemeen belang waarborgen. Deze doelstelling(en) vormen de achtergrond waartegen de noodzakelijkheid van de maatregel moet worden beoordeeld. Beperkingen mogen alleen worden ingevoerd wanneer deze belangen in het geding zijn en de beperkingen tot doel hebben, en nodig zijn om deze belangen te beschermen.
- Toets vervolgens de evenredigheid van de voorgestelde beperking. D.w.z. of de inhoud van de voorgenomen maatregel niet verder gaat dan wat strikt noodzakelijk is om de doelstellingen ex. artikel 23, lid 1, AVG te waarborgen. De beperking mag de grenzen niet overschrijden van wat passend en noodzakelijk is voor het bereiken van deze doelstellingen (ECLI:EU:C:2021:991 en ECLI:EU:C:2020:791, r.o. 209-210).
Zie de pagina noodzakelijkheids- en evenredigheidstoets.
Eerbiediging wezenlijke inhoud grondrechten en fundamentele vrijheden
Beperkingen die dermate ruim en ingrijpend zijn dat zij een grondrecht inhoudsloos maken, kunnen niet worden gerechtvaardigd. Zie voor meer informatie: EDPB Richtsnoeren 10/220, nr. 14, en ECLI:EU:C:2025:172, r.o. 43 en 45.
Wettekst
- Regel de inperking op formeel wettelijk niveau in een sectorspecifieke regeling (ECLI:EU:C:2025:172, r.o. 36, ECLI:EU:C:2020:1011, o.a. r.o. 42, 46, 48, 49).
- Bij een wettelijke beperking zal het in de regel gaan om structurele (categorische) beperkingen van de rechten van betrokkene.
- Formuleer het wetsartikel zo dat de inperking door de wetgever wordt bepaald en niet wordt verschoven naar de verwerkingsverantwoordelijke.
- Formuleer het wetsartikel zo dat voldoende helder is;
- welk recht(en), in welke mate wordt ingeperkt;
- onder welke omstandigheden en onder welke voorwaarden de beperkingen kunnen worden toegepast (nauwkeurig en voorspelbaar) (EDPB Richtsnoeren 10/220, onder 3.2).
- welk concreet belang uit artikel 23, eerste lid, onder a) t/m j AVG) met de beperking wordt gewaarborgd (EDPB Richtsnoeren 10/220, onder 3.3).
- Zorg ervoor dat de wettelijke regeling specifieke bepalingen bevat m.b.t. de aspecten genoemd in artikel 23, tweede lid, AVG (W16.18.0006/II). Uit de woorden ‘in voorkomend geval’ volgt dat bij iedere afwijking moet worden bezien, of er aanleiding is te voorzien in specifieke bepalingen m.b.t. deze aspecten (z2018-13755). Zie voor een nadere uitleg, EDPB Richtsnoeren 10/220, onder 3.3. Eventueel kan in de toelichting inzichtelijk worden gemaakt op welke wijze verzekerd is dat voldoende specifieke bepalingen gelden t.a.v. deze aspecten (z2018-13755). Zie ook: EDPB Richtsnoeren 10/220, onder 4.
Memorie van Toelichting
Beperking van de rechten van betrokkenen vergt onderbouwing in de toelichting:
- Beschrijf wat wordt beperkt, hoe en waarom.
- Wijs in de toelichting duidelijk één van de doelen aan uit artikel 23, eerste lid, AVG.
- Onderbouw waarom de beperking noodzakelijk is voor het waarborgen van de desbetreffende doelstelling van algemeen belang, en niet verder gaat dan wat strikt noodzakelijk is om deze doelstelling te waarborgen.
- Beschrijf hoe de beperking niet de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden aantast.
- Loop in de toelichting alle elementen uit artikel 23, tweede lid, AVG langs.
- Beschrijf, zo mogelijk, compenserende maatregelen en/of waarborgen ter voorkoming van misbruik, onrechtmatige toegang, of doorgifte (bijv. periodieke toetsing of evaluatie van de regeling, organisatorische of technische maatregelen).
Modelbepalingen
Ter waarborging van [doel van algemeen belang] is/zijn artikel […]/de artikelen […]/het recht bedoeld in artikel Y] van de Algemene verordening gegevensbescherming niet van toepassing [op/bij] verwerking van persoonsgegevens [op grond van/bij of krachtens (artikel/hoofdstuk/paragraaf X)], door [verwerkingsverantwoordelijke/overheidsorgaan], indien [voorwaarden omstandigheden waaronder beperking geldt].
In de volgende artikelleden, ingaan op de [voor de situatie relevante] aspecten uit artikel 23 tweede lid, zoals welke waarborgen er worden getroffen ter compensatie van de beperking of voorkoming van misbruik of onrechtmatige toegang, de eventuele tijdelijkheid van de beperking of voorwaarden waaronder de rechten deels uitgeoefend kunnen worden, de wijze waarop betrokkenen van de beperking op de hoogte worden gesteld etc.
Voorbeelden en literatuur
Voorbeelden uit wetteksten en toelichtingen Rechtsbeschermingsparagraaf
Zie toelichting bij Wet gegevensverstrekking douane voor uitvoering politie- of toezichtstaken, onder paragraaf rechtsbescherming. Zie ook advies RvS (W06.24.00131/III).
Beperkingen o.g.v. 23 AVG
Zie voor wettelijke beperkingen van het recht op beperking van de verwerking, inzage en rectificatie:
- artikelen D10, H16, I20, J7, J7a, J9, J21, J25, J35, Kieswet en voor wettelijke beperkingen van (de termijnen bij) het recht op informatie en van het recht op beperking van de verwerking:
- artikelen 2.54, 2.81, 3.22, tweede lid, resp. artikelen 2.58a, 3.20a, Wet basisregistratie personen
Appreciatie: De bepalingen beperken zich tot een niet-toepassingsverklaring van relevante AVG-artikelen dan wel, voor de Wet BRP, het benoemen van de termijnen voor het verstrekken van informatie en wijze waarop betrokkenen worden geïnformeerd (art. 23, lid 2, onder h, AVG). In de toelichting wordt uitvoerig ingegaan op de voorwaarden voor toepassing van artikel 23 AVG, waaronder de toepasselijke gronden van algemeen belang en de aspecten uit artikel 23, tweede lid, AVG.
Zie artikel 42 UAVG voor een wettelijke uitzondering op de verplichting ex. artikel 34 AVG (melden datalek). De uitzondering wordt beperkt tot een specifieke beperking voor een specifieke categorie van verwerkingsverantwoordelijken.
Zie voor een (algemene) wettelijke beperking van de rechten van betrokkenen:
- artikel 9, Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid.
- artikel 11, Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal.
Appreciatie: beide bepalingen benoemen de verwerkingsverantwoordelijke en doelstellingen van algemeen belang waarop de beperking is gebaseerd en regelen een van de aspecten uit artikel 23, lid 2 (onder h), AVG. De toelichting bij de Wet bestuursrechtelijke aanpak online kinderpornografisch materiaal geeft nadere uitleg aan de beperking en adresseert daarbij een aantal aspecten uit artikel 23, lid 2, AVG zoals de categorieën gegevens, verwerkingsverantwoordelijke, toepassingsgebied.
Zie voor een goede onderbouwing in de toelichting van de toepasselijke gronden van algemeen belang en (enkele) aspecten genoemd in het tweede lid:
- Toelichting bij de Aanpassingswet AVG, onder Kieswet pp. 3, 26-34 en Wet BRP pp. 11-13, 15, 39, 40, 44.
- Toelichting bij de Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet i.v.m. de herziening van het beslag- en executierecht, hoofdstuk 9.
Relevante jurisprudentie
Over de voorwaarde dat beperking van de rechten van betrokkene op wetsniveau moeten worden geregeld en een afweging van belangen vereist:
- HvJEU 1 okt. 2015, C-201/14, ECLI:EU:C:2015:638 (onder richtlijn 95/46, toen artikel 13, thans artikel 23 AVG): r.o. 39: “[…] Voormeld artikel 13 vereist evenwel expliciet dat dergelijke beperkingen worden ingevoerd bij wege van wetgevende maatregelen”.
- HvJEU, 10 december 2020, C‑620/19, ECLI:EU:C:2020:1011 (o.a. r.o. 42, 46, 48, 49).
Over de voorwaarde dat beperking van de rechten van betrokkenen moet voldoen aan het evenredigheidsvereiste:
- Conclusie adv.-generaal, 9 dec.2021, C‑184/20, ECLI:EU:C:2021:991 (r.o. 38).
- HvJEU, 6 okt. 2020, C 511/18, 512/18, 520/18, ECLI:EU:C:2020:791 (r.o. 209-210).
Over de beperking van de rechten van betrokkenen en de voorwaarde dat de beperking ‘de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet moet laten’:
- HvJEU, 13-03-2025, nr. C-247/23, ECLI:EU:C:2025:172, r.o. 36, r.o. 43: “In casu blijkt uit het verzoek om een prejudiciële beslissing dat de betrokken lidstaat een bestuurspraktijk hanteert waarbij de uitoefening door een transgender persoon van het recht op rectificatie van de in een openbaar register opgenomen gegevens betreffende het geslacht afhankelijk wordt gesteld van de overlegging van bewijs van het hebben ondergaan van een geslachtsveranderende operatie. Die bestuurspraktijk leidt tot een beperking van het recht op rectificatie, die moet voldoen aan de voorwaarden van artikel 23 AVG […]”. R.o. 44: “Ten eerste moet worden opgemerkt dat de gehanteerde bestuurspraktijk niet voldoet aan het vereiste dat het recht van een lidstaat de omvang van het in artikel 16 AVG neergelegde recht slechts door middel van wetgevende maatregelen kan beperken […]. R.o. 45: “Ten tweede doet een dergelijke bestuurspraktijk afbreuk aan de wezenlijke inhoud van de door het Handvest gewaarborgde grondrechten en met name aan de essentie van het recht op menselijke integriteit […]”.
Over de verhouding tussen artikel 23 AVG en vóór de inwerkingtreding van de AVG in werking getreden nationale wetgevingsmaatregelen:
- HvJEU, 26 okt. 2023, C‑307/22 ECLI:EU:C:2023:811C (r.o. 54 ev.)
Literatuur
Zie voor meer informatie:
- EDPB Richtsnoeren 10/220 m.b.t. de beperkingen krachtens artikel 23 AVG.
- N.M. Brouwer, M.J. Hulshof, M. Jansen en E.L. Traag, ‘Kroniek privacyrecht: anderhalf jaar AVG in vogelvlucht’, P&I 2020, afl. 1.
- G.J.C. Erents, E.Z. Fonville, N.W. Groenhart en H.A.J. de Jong ‘Kroniek uitoefening AVG-rechten door betrokkenen (mei 2020-oktober 2022)’, P&I 2023, afl. 1.
- H.R. Kranenborg & L.F.M. Verhey, De Algemene verordening gegevensbescherming in Europees en Nederlands perspectief, Deventer: Wolters Kluwer 2024, p. 257-310 en 337-343.
Laatst gewijzigd op: 19-12-2025