Bij het toekennen van eerbiedigende werking gaat het om het permanent ontzien van bestaande gevallen, omdat (bepaalde) belangen van (een deel van) degenen op wie de nieuwe regels van toepassing zijn te beschermen. Dit is uiteraard niet het geval wanneer de wetswijziging (tijdig) voorzienbaar is.
Eerbiedigende werking kan bijvoorbeeld worden toegepast bij:
- Duurtoestanden waarin een bepaalde verwachting is ontstaan
Bij de afschaffing van de spaarloonregeling is daarom voor eerbiedigende werking gekozen. - Om de praktische reden dat de uitvoeringspraktijk de gelegenheid moet hebben om zich in te stellen op de nieuwe regels
- Lopende zaken die in een vacuüm dreigen te belanden
Gevallen wanneer eerbiedigende werking niet voor de hand ligt:
- Wanneer de nieuwe regels in het voordeel zijn voor degenen tot wie zij zich richten
Vanuit financiële overwegingen worden hierop soms wel uitzonderingen gemaakt (Wet schadefonds geweldsmisdrijven). - Gefaseerde inwerkingtreding tot de mogelijkheden behoort
Te denken valt aan de situatie waarin de onderliggende lagere regelgeving van de nieuwe regeling niet tijdig is gerealiseerd of dat de ict-systemen van de uitvoering- en handhavingsinstanties grootschalige aanpassingen behoeven (Wet OM-afdoening).
Waar moet je op letten?
Als de keuze valt op eerbiedigende werking dan moet uit de overgangsbepaling duidelijk bijlken op welke feiten of verhoudingen deze bepaling van toepassing is. Dit betekent dat goed moet worden afgebakend tussen feiten en verhoudingen waar het oudere recht op van toepassing blijft en feiten en verhoudingen waarop het nieuwe recht van toepassing wordt.