Inhoudsopgave
- 1. Wat is de verplichte kwaliteitseis?
- 2. Wat is het Besliskader privatisering en verzelfstandiging?
- 3. Waarom is het Besliskader privatisering en verzelfstandiging nodig?
- 4. Wanneer gebruik ik het Besliskader privatisering en verzelfstandiging?
- 5. Hoe wordt het gebruik van het Besliskader privatisering en verzelfstandiging getoetst?
- 6. Waar vind ik meer informatie?
- 7. Wie kan mij verder helpen?
1. Wat is de verplichte kwaliteitseis?
Bij de voorbereiding van beleid en wetgeving over privatisering en verzelfstandiging, moet je het Besliskader privatisering en verzelfstandiging van de Parlementaire Onderzoekscommissie van de Eerste Kamer (Kamerstukken I 2012/13, C, B) gebruiken. Het kabinet heeft het besliskader aangemerkt als een verplichte kwaliteitseis. Daarbij heeft het kabinet voor de toepassing ervan per stap aandachtspunten gegeven (brief van de Minister van Wonen en Rijksdienst van 21 januari 2015, Kamerstukken I 2014/15, C, Y).
2. Wat is het Besliskader privatisering en verzelfstandiging?
Privatiseringen en verzelfstandigingen hebben een belangrijke rol gespeeld in het beleid van de rijksoverheid in de afgelopen tientallen jaren. Veel vroegere overheidsbedrijven en rijksdiensten kwamen op grotere afstand van de overheid te staan. Sommige werden geprivatiseerd, andere moesten bedrijfsmatiger gaan werken of werden verzelfstandigd.
Deze privatiseringen en verzelfstandigingen hebben de relatie tussen overheid en samenleving ingrijpend veranderd en geleid tot maatschappelijke discussie. Die discussies gaan over de gevolgen van het privatiserings- en verzelfstandigingsbeleid en de gevolgen hiervan voor de burger.
Voor de Eerste Kamer was dit aanleiding voor een systematische terugblik op de parlementaire besluitvorming. Dit is vormgegeven in het Besliskader privatisering en verzelfstandiging.
3. Waarom is het Besliskader privatisering en verzelfstandiging nodig?
Doel van het besliskader is vooral om de kwaliteit van de besluitvorming over privatisering en verzelfstandiging te verbeteren.
4. Wanneer gebruik ik het Besliskader privatisering en verzelfstandiging?
Het kader moet worden toegepast bij privatiserings- en verzelfstandigingstrajecten (zie ook externe verzelfstandiging) die betrekking hebben op:
- zelfstandige bestuursorganen (bijv. Kiesraad en Commissariaat van de Media);
- rechtspersonen met een wettelijke taak (bijv. woningcorporaties);
- staatsdeelnemingen en beleidsdeelnemingen (bijv. KLM). Dit is privatisering door verkoop van aandelen van de staat.;
- vervreemding van overheidsdiensten. Dit is privatisering door verkoop van de dienst aan de markt.;
- stichtingen, als deze bij wijze van uitzondering (mede) zijn opgericht door de overheid om beleidsdoelen te halen (bijv. Stichting Halt).
Het besliskader geeft inhoudelijke aandachtspunten en richtlijnen over het proces in vijf verschillende fasen van begin tot eind. Dus vanaf het plan om te verzelfstandigen of te privatiseren, tot het uitvoeren van het besluit en de opvolging daarvan na afloop. Op elke categorie zijn verschillende regimes, regels en kaders van toepassing. Ook als sprake is van een ‘omgekeerde beweging’, van buiten naar binnen, moet het besliskader worden gebruikt. Dit is het geval wanneer voorheen verzelfstandigde/geprivatiseerde organisaties weer dichter bij de overheid worden gebracht. Zoals bij ProRail (waarbij de richting is van staatsdeelneming naar zbo).
5. Hoe wordt het gebruik van het Besliskader privatisering en verzelfstandiging getoetst?
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is de instantie die voorstellen van beleid en regelgeving over privatisering of verzelfstandiging beoordeelt. BZK kijkt of het voorstel in overeenstemming is met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en het geldende kabinetsbeleid. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is ook medeondertekenaar bij de instelling van nieuwe zbo’s of het toekennen van nieuwe bevoegdheden aan bestaande zbo’s. Zie ook de pagina Interdepartementale afstemming over verzelfstandigingsbeleid.
Ook het Ministerie van Financiën speelt een rol in verzelfstandigingsbeleid. Zo adviseert het Ministerie van Financiën over de oprichting van nieuwe stichtingen, conform het Stichtingenkader en is het verantwoordelijk voor het beheer van staatsdeelnemingen conform de Nota deelnemingen beleid. Bovendien beheert het Ministerie van Financiën het kader voor interne verzelfstandiging [link naar pagina interne verzelfstandiging]: namelijk de Regeling agentschappen. Elke nieuwe agentschapsaanvraag wordt door het Ministerie van Financiën beoordeeld.
6. Waar vind ik meer informatie?
- Besliskader privatisering en verzelfstandiging (Kamerstukken I 2012/13, C, B)
- Brief van de Minister van Wonen en Rijksdienst van 21 januari 2015 (Kamerstukken I 2014/15, C, Y)
- Dossier Verbinding verbroken? (website Eerste Kamer)
7. Wie kan mij verder helpen?
- Voor het instellen van zelfstandige bestuursorganen (zbo’s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Directie Ambtenaar en Organisatie > Afdeling organisatiebeleid. - Voor staatsdeelnemingen, stichtingen en interne verzelfstandiging (agentschappen)
Ministerie van Financiën > Directie Financieringen van de Generale Thesaurie (staatsdeelnemingen) en Directie Begrotingszaken van de DG Rijksbegroting (stichtingen en agentschappen)
Laatst gewijzigd op: 26-6-2023