Aanwijzing 8.21 Bezwaren tegen binding verdrag

Voordat de Minister van Buitenlandse Zaken, na verkregen parlementaire goedkeuring, de binding van het Koninkrijk voor enig deel daarvan aan een verdrag tot stand doet brengen, vergewist de Afdeling Verdragen van de Directie Juridische Zaken zich ervan bij de medebetrokken ministeries en in voorkomend geval bij de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten dat er geen bezwaar bestaat tegen de totstandbrenging van de binding voor dat deel van het Koninkrijk.

Toelichting

Het kan zich voordoen dat het direct tot stand brengen van de binding niet opportuun is, bijvoorbeeld omdat dit gemeenschappelijk in EU-kader dient plaats te vinden of omdat nog uitvoeringsmaatregelen moet worden getroffen. Voorts zou het kunnen voorkomen dat door plotseling veranderende omstandigheden de totstandbrenging van de binding niet meer opportuun is.