Aanwijzing 8.8 Goedkeuring uitvoeringsbesluiten

  1. Indien een verdrag een verwijzing bevat naar een instantie die voor het Koninkrijk bindende besluiten kan nemen en die instantie niet kan worden aangemerkt als orgaan van een volkenrechtelijke organisatie in de zin van de artikelen 92, 93 en 94 van de Grondwet, wordt het verdrag goedgekeurd bij wet.
  2. In het wetsvoorstel tot goedkeuring van het verdrag wordt in dat geval een machtigingsbepaling opgenomen, inhoudende dat de besluiten die door deze instantie worden genomen, geen goedkeuring van de Staten-Generaal behoeven.

Toelichting

Als voorbeeld wordt verwezen naar een verdrag uit 2010 waarin een raad is aangewezen die besluiten kan nemen, terwijl die raad geen volkenrechtelijke organisatie is in de zin van de artikelen 92, 93 en 94 van de Grondwet. Het betreft de FABEC-Raad en zijn besluiten waarvoor een machtigingsbepaling is opgenomen in artikel I, tweede lid, van de Wet van 27 september 2012, houdende goedkeuring van o.a. het op 2 december 2010 te Brussel tot stand gekomen Verdrag betreffende de oprichting van het Functioneel Luchtruimblok "Europe Central" tussen de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk België, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat (Stb. 2012, 509). Deze aanwijzing is ook van toepassing indien onduidelijk is hoe de instantie gekwalificeerd moet worden in het licht van de genoemde grondwettelijke bepalingen.

Zie ook de artikelen 4 en 7, onderdeel a, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen. Zie voor de formulering van de in het tweede lid bedoelde machtigingsbepaling aanwijzing 8.12, derde lid.