Leden van de Tweede Kamer die een initiatiefvoorstel van wet aanhangig willen maken, kunnen de betrokken bewindspersoon bijstand verzoeken bij het formuleren daarvan. Deze bijstand wordt zoveel mogelijk verleend.
Toelichting
Het gaat hier, evenals bij amendementen (aanwijzing 7.20), om juridische en wetgevingstechnische bijstand. Daarnaast kan het gaan om het verstrekken van feitelijke informatie ten behoeve van het door de indiener op te stellen algemeen deel van de memorie van toelichting, om het formuleren van passages voor de artikelsgewijze toelichting, of om het (door de directie FEZ) doorrekenen van de financiële gevolgen van het voorstel. Verder kan het omvatten de verrichting door het departement van procedurele handelingen waartoe het voorstel aanleiding zou geven, zoals notificatie bij de Europese Commissie (zie aanwijzing 9.19) of het verrichten van een specifiek voorgeschreven evenredigheidsbeoordeling en toepassing van publieke consultatie (zie de toelichting bij aanwijzing 2.15).
Voor het verlenen van bijstand bij het formuleren van een initiatiefvoorstel behoeft een ambtenaar toestemming van zijn bewindspersoon. Zie ook Kamerstukken II 2004/05, 30095, nr. 5.