Bij een wetsvoorstel wordt bezien of het noodzakelijk is de samenloop met een ander wetsvoorstel te regelen.
Toelichting
Onder samenloop wordt de situatie verstaan waarin een tekstuele afhankelijkheid tussen twee (of meer) wetsvoorstellen (of met betrekking tot een wet die nog niet in werking is getreden) bestaat terwijl de procedures van totstandkoming in de tijd onafhankelijk van elkaar verlopen. Het gaat hier dus niet om situaties als die van een nieuwe wet en een invoeringswet daarbij, waar de inhoud en procedurele voortgang van het ene voorstel rechtstreeks bepalend zijn voor die van het andere voorstel. Een samenloopprobleem zal zich over het algemeen slechts voordoen bij wetsvoorstellen, aangezien bij algemene maatregelen van bestuur, andere koninklijke besluiten en ministeriële regelingen kort voor de publicatie nog wijzigingen kunnen worden aangebracht en de tekst kan worden vastgesteld naar de situatie die op dat moment bestaat.
Het verdient de voorkeur samenloopproblemen te voorkomen. Dit kan worden bereikt door:
- een tweede wetgevingstraject pas te starten wanneer het eerste zijn beslag heeft gevonden in een wet(swijziging) of anderszins reeds verder in procedure is, zodat de volgorde van inwerkingtreding duidelijk vooraf goed kan worden ingeschat;
- wetsvoorstellen aldus te formuleren dat geen tekstuele afhankelijkheid bestaat, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de in aanwijzing 5.69 opgenomen mogelijkheid;
- de wetsvoorstellen samen te voegen.
Verder kunnen samenloopproblemen soms worden voorkomen door in het koninklijk besluit dat de inwerkingtreding regelt de volgorde van inwerkingtreding te bepalen: zie aanwijzing 5.70, tweede lid.
Het verdient aanbeveling een samenloopbepaling als bedoeld in aanwijzing 5.68 pas in een wetsvoorstel op te nemen op het moment dat vaststaat dat een samenloopprobleem zich daadwerkelijk voordoet en dat probleem niet anders dan door een samenloopbepaling opgelost kan worden.