Aanwijzing 4.6 Aanhef van een amvb of kb

  1. Voor de aanhef van een algemene maatregel van bestuur of een ander koninklijk besluit van regelende aard wordt het volgende model gebruikt:
    Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
    Op de voordracht van [Onze Minister van/voor … / de Staatssecretaris van …] van [datum], nr. … [, gedaan in overeenstemming met / mede namens Onze Minister(s) van/voor … / de Staatssecretaris(sen) van …];
    Gelet op …;
    De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van [datum], nr. …);
    Gezien het nader rapport van [Onze Minister van/voor … / de Staatssecre­taris van …] van [datum], nr. … [, uitgebracht in overeenstemming met / mede namens Onze Minister(s) van/voor … / de Staatssecretaris(sen) van …];
    Hebben goedgevonden en verstaan:
  2. In de aanhef van een algemene maatregel van rijksbestuur wordt gesproken van de "Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk" en wordt als voorlaatste zinsnede ingevoegd:
    De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;
  3. Voor de aanhef van een koninklijk besluit, niet zijnde een koninklijk besluit van regelende aard, wordt het volgende model gebruikt:
    Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
    Op de voordracht van [Onze Minister van/voor … / de Staatssecretaris van …] van [datum], nr. …;
    Gelet op …;
    Hebben goedgevonden en verstaan:
  4. In de aanhef van een koninklijk rijksbesluit, niet zijnde een algemene maatregel van rijksbestuur, wordt niet naar het Statuut verwezen, tenzij de raad van ministers van het Koninkrijk ter zake heeft overlegd. In dat geval wordt als voorlaatste zinsnede ingevoegd:
    Artikel 10 van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;

Toelichting

Voor het ontwerp van een algemene maatregel van (rijks)bestuur of ander koninklijk besluit wordt beeldmerkpapier met "Wij Willem-Alexander" gebruikt. Het opschrift wordt tussen het beeldmerk en de rest van de aanhef ("Op de voordracht van …") geplaatst.

Zie voor "gelet op" aanwijzing 4.10.

Eerste lid. Een voordracht "in overeenstemming met" houdt in dat de betrokken minister of staatssecretaris niet zelf mede voordraagt, maar wel uitdrukkelijk met de vaststelling van het besluit heeft ingestemd. Een voordracht "mede namens" houdt in dat de minister of staatssecretaris namens wie de voordracht plaatsvindt, zelf ook een van de voordragende bewindspersonen is. Voor de wijze waarop de keuze voor een van deze vormen van medebetrokkenheid wordt bepaald, zie de aanwijzingen 4.7 en 4.33. De zinsneden over de medebetrokkenheid worden alleen opgenomen, indien zij van toepassing zijn.

Derde lid. Dit lid is van toepassing op koninklijke besluiten van niet-regelende aard, zoals een besluit tot inwerkingtreding van een regeling. Over deze zogenaamde kleine koninklijke besluiten wordt de Afdeling advisering van de Raad van State niet gehoord. Zie ook aanwijzing 4.35.