In een wet, een algemene maatregel van bestuur of een koninklijk besluit wordt een minister aangeduid met "Onze Minister van [aanduiding ministerie] / Onze Minister voor [aanduiding minister zonder portefeuille]" of, indien die aanduiding in de begripsbepalingen is gedefinieerd, met "Onze Minister".
Toelichting
De aanduiding "Onze Minister (van/voor …)" wordt alleen gebruikt in regelingen die door de Koning worden vastgesteld. In ministeriële regelingen wordt een minister aangeduid als "de Minister (van/voor …)". Zie voor de aanduiding van staatssecretarissen aanwijzing 3.26.
In een regeling wordt een minister zonder portefeuille aangeduid met de voor hem vastgestelde benaming.
Voorbeelden
- Onze Minister van Defensie
- Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.