Hoewel de mogelijkheid tot een beroep op overmacht bestaat, interpreteert het Hof deze rechtvaardigingsgrond zeer restrictief. Een beroep op overmacht kan slechts in die gevallen slagen, waarin sprake is van abnormale moeilijkheden die onafhankelijk zijn van de wil van de betrokkene en die ondanks alle getroffen voorzorgsmaatregelen onvermijdelijk blijken te zijn, of die slechts ten koste van onevenredig grote offers te vermijden waren geweest (zie bijvoorbeeld HvJ EG zaak C-209/83, Valsabbia v. Commissie, Jur. 1984, p. 3089 en HvJ EG zaak C-284/82, Busseni v. Commissie, Jur. 1984, p. 557 en ten aanzien van lidstaten: HvJ EG zaak C-11/70, Internationale Handellsgesellschaft, Jur. 1970, p. 1125). Voorbeelden van situaties die wel, in verband met implementatie, aanleiding kunnen geven tot een geslaagd beroep op overmacht zijn bijvoorbeeld oorlogssituaties en natuurrampen. Overigens dient echter opgemerkt te worden dat, indien eventueel een geslaagd beroep op overmacht gedaan kan worden, dit de lidstaat niet definitief van haar implementatieverplichtingen ontslaat. Als de grondslag van de overmachtsituatie vervalt, dan herleeft de implementatieverplichting en moet de lidstaat er alles aan doen om haar verplichtingen alsnog na te komen (HvJ EG zaak C-101/84, Commissie v. Italië, Jur. 1985, p. 2629).
Laatst gewijzigd op: 8-2-2018