Nr. 64 (Andere vormen van het verzamelen van inlichtingen door de commissie)

De commissie is bevoegd zich tot een bewindspersoon te wenden ter verkrijging van alle stukken waarvan zij de kennisneming voor een goede vervulling van haar taak nodig acht (artikel 7.25 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer). Naast het opvragen van stukken van bewindspersonen, kan de commissie ook besluiten in mondeling of schriftelijk overleg te treden met een bewindspersoon, personen te horen, werkbezoeken af te leggen, zich te laten voorlichten door colleges van advies (artikel 7.35 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer), externe deskundigen in te schakelen (zie ook nr. 18), een rondetafelgesprek of technische briefing te beleggen of de Tweede Kamer voor te stellen een groot project aan te wijzen (artikel 7.37 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer, zie ook de Regeling Grote Projecten op www.wetten.nl en nr. 6).

Soms worden in de vorm van een schriftelijk overleg nog vragen door een commissie gesteld. De vragen en opmerkingen van de fracties worden dan tezamen met de reactie van de bewindspersoon gepubliceerd als een verslag van een schriftelijk overleg. Daarbij wordt de reactie van de bewindspersoon gepubliceerd na de vragen en opmerkingen vanuit de fracties (zie bijvoorbeeld Kamerstukken II 2016/17, 32402, nr. 72 en Kamerstukken II 2018/19, 31288, nr. 681).

Van het houden van een openbare hoorzitting of rondetafelgesprek wordt mededeling gedaan aan de leden en op internet (zie artikel 15.1, tweede lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer). De commissie kan van hetgeen naar voren is gebracht, een verslag maken, maar is daartoe niet verplicht (7.23, tweede lid, van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer). Uiteraard kunnen ambtenaren als toehoorder een openbare hoorzitting of rondetafelgesprek bijwonen. De commissie kan ook om schriftelijke reacties op een wetsvoorstel vragen. Een uitnodiging daartoe verschijnt eveneens in de Staatscourant. Het kan nuttig zijn dat het ministerie kennis neemt van hetgeen in een niet openbare hoorzitting of als reactie op een oproep in de Staatscourant naar voren is gebracht. De behandelend ambtenaar kan de griffier van de betrokken commissie de gewenste informatie vragen.

De commissie kan ook ambtenaren uitnodigen voor een rondetafelgesprek, hoorzitting of technische briefing. De commissie doet dit door tussenkomst van de voor de ambtenaren verantwoordelijke bewindspersoon (artikel 7.34 van het Reglement van Orde voor de Tweede Kamer). Blijkens de Aanwijzingen externe contacten rijksambtenaren beslist de bewindspersoon of aan een zodanige uitnodiging gevolg zal worden gegeven en of de bewindspersoon zelf al dan niet aanwezig zal zijn. Bestuurders van zelfstandige bestuursorganen kunnen ook zonder instemming van de bewindspersoon worden gehoord (Zie Kamerstukken I 2014/15, C, U).

Zie bij het verzenden van stukken aan het parlement ook nr. 47a over actieve openbaarmaking van nota’s.

Laatst gewijzigd op: 10-4-2024