Aanwijzing 7.7 Notificatieverplichtingen

  1. Bij de voorbereiding van regelingen beziet het voor de regeling eerstverantwoordelijke ministerie steeds of bindende EU-rechtshandelingen of andere internationale verplichtingen ertoe noodzaken het ontwerp van de regeling te notificeren aan een instelling van de Europese Unie of van een andere internationale organisatie.
  2. Bij de bepaling van het tijdstip van vaststelling van de regeling wordt in voorkomend geval de voorgeschreven standstillperiode in acht genomen dan wel stilzwijgende of uitdrukkelijke goedkeuring van de desbetreffende instelling afgewacht.

Toelichting

In bepaalde gevallen moet de Europese Commissie in kennis worden gesteld van ontwerpen voor autonome nationale regelingen. Deze notificaties moeten worden onderscheiden van notificaties achteraf, zoals de kennisgeving van implementatieregelingen (zie aanwijzing 9.19) of notificatieverplichtingen onder de Dienstenrichtlijn (zie aanwijzing 5.29). Doel van de verplichting tot voorafgaande notificatie is om de Commissie – en in bepaalde gevallen de lidstaten – de gelegenheid te geven de nationale ontwerpregeling te toetsen op verenigbaarheid met het EU-recht en eventueel wijzigingen voor te stellen. Ook de Wereldhandelsorganisatie (WTO) kent notificatieverplichtingen voor ontwerpregelingen, bijvoorbeeld op grond van de op 15 april 1994 te Marrakech gesloten Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235). Ingevolge deze overeenkomst moeten ontwerpen van technische voorschriften worden gemeld aan het Secreta­riaat van de WTO.

Het achterwege laten van een dergelijke notificatie kan de rechtsgeldigheid van de regeling aantasten. Zie het Securitel-arrest (HvJ EG 30 april 1996, ECLI:EU:C:1996:172) inzake Richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG 1983, L 109). Deze richtlijn is inmiddels vervangen door Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241).

Algemene informatie omtrent notificatieprocedures kan worden verkregen bij de op ieder ministerie aangewezen notificatiecoördinator. Vraagstukken omtrent notificatie met een interdepartementale dimensie kunnen via de notificatiecoördinator worden voorgelegd aan de Interdepartementale Commissie voor Europees Recht-Notificatie (ICER-N). Informatie over de verplichting tot en de wijze van notificatie is opgenomen in de "ICER-Handleiding notificatie van technische voorschriften" en de "ICER-Handleiding notificatie onder de Dienstenrichtlijn", te raadplegen op www.kcbr.nl.

Belangrijk is ook artikel 108, derde lid, VWEU inzake steunmaatregelen van de lidstaten. Voorgenomen steunmaatregelen moeten op hun verenigbaarheid met het VWEU worden beoordeeld en indien noodzakelijk ter goedkeuring worden aangemeld bij de Europese Commissie. Het is ook mogelijk dat kan worden volstaan met een kennisgeving bij de Europese Commissie. Hiervoor moet de voorgenomen regelgeving tijdig worden bezien op staatssteunaspecten. Ieder ministerie heeft zelf staatssteunexperts (veelal bij de directies Juridische Zaken) en zorgt zelf voor het tijdig doorlopen van de aanmeldingsprocedure of kennisgevingsprocedure. Algemene informatie omtrent deze meldingsprocedure kan worden verkregen bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en bij de juridische directie van ieder ministerie. Vraagstukken omtrent staatssteun met een interdepartementale dimensie kunnen via de contactpersoon staatssteun bij de juridische directie worden voorgelegd aan het Interdepartementale Staatssteun Overleg (ISO). Zie ook de Handreiking Staatssteun voor de overheid, te raadplegen op www.kcbr.nl.

De notificatie vindt plaats op een zodanig tijdstip dat enerzijds de nationale besluitvorming zoveel mogelijk is afgerond en anderzijds nog gelegenheid bestaat om de regeling aan te passen naar aanleiding van de ontvangen commentaren. Voor wetsvoorstellen en algemene maatregelen van bestuur wordt in de praktijk het moment van accordering door de ministerraad aangehouden. Bij ministeriële regelingen kan de notificatie geschieden zodra er een interdepartementaal afgestemd ontwerp ligt, doch in elk geval vóór ondertekening door de minister. Wanneer de regeling in de verdere procedure nog essentieel wordt gewijzigd, moet opnieuw notificatie plaatsvinden.

Notificatie onder de Dienstenrichtlijn vindt onverwijld na vaststelling van de desbetreffende regeling plaats. Indien op onderdelen tevens richtlijn (EU) 2015/1535 van toepassing is, worden die onderdelen wel in de ontwerpfase genotificeerd.