Nr. 148 (Besluitvorming in de ministerraad en advisering door de Raad van State)

Nadat het initiatiefvoorstel door de Eerste Kamer is aanvaard, zendt de Voorzitter van die Kamer het aan de Koning. De directeur van het Kabinet van de Koning vraagt aan de meest betrokken bewindspersoon bericht en raad over de bekrachtiging van het voorstel. De beantwoording van deze vraag is aan een termijn gebonden, zie hierover Ar 7.26.

Ten eerste de vraag of het nodig is de Afdeling advisering van de Raad van State te horen over het initiatiefvoorstel. De regering kan de Afdeling pas horen over een initiatiefvoorstel, nadat het is aangenomen door de Staten-Generaal (artikel 18, derde lid, van de Wet op de Raad van State). Er bestaat geen verplichting tot het horen van de Afdeling in deze fase. In de praktijk die zich heeft ontwikkeld sinds de wijziging van de Wet op de Raad van State op dit punt in 1989, is tot op heden nooit advies gevraagd.

Ten tweede is er de vraag of overgegaan dient te worden tot bekrachtiging. Indien niet-bekrachtiging wordt overwogen, zal daarover het advies aan de Afdeling worden gevraagd.

De desbetreffende bewindspersoon legt de ontwerpbesluitvorming over beide vragen op de gebruikelijke wijze voor aan de ministerraad. Op het ministerraadsformulier wordt bij de rubriek ’voorgestelde conclusies' omtrent de bekrachtiging opgenomen:

a «De ministerraad machtigt de Minister van/voor ..... de Koning te verzoeken het initiatiefvoorstel van wet te bekrachtigen.»

of:

b «De ministerraad machtigt de Minister van /voor...... te bevorderen dat het initiatiefvoorstel van wet om advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden gezonden.»

In geval a wordt in de rubriek opmerkingen van het ministerraadsformulier de volgende passage opgenomen:

«Aanvaarding van de voorgestelde conclusie betekent dat het initiatiefvoorstel niet om advies aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden gezonden.»

In geval b zal de vraag of tot bekrachtiging moet worden overgegaan na het uitbrengen van het advies van de Afdeling opnieuw in de ministerraad aan de orde moeten komen.

Indien besloten wordt tot een adviesaanvraag en er behoefte aan bestaat bepaalde vragen die rond het initiatiefvoorstel zijn gerezen expliciet aan de Afdeling voor te leggen of in het bijzonder de aandacht van de Afdeling op bepaalde aspecten van het voorstel te vestigen, kan dit in de aanbiedingsbrief aan de Koning worden opgenomen. Gelijktijdig met deze aanhangigmaking dient het ministerie ervoor zorg te dragen dat de Afdeling het wetsvoorstel en de toelichting elektronisch ontvangt per e-mail. Indien de stukken te omvangrijk zijn om per mail te verzenden, zendt het ministerie een USB stick, CDROM of DVD. Bij deze digitale versie van de stukken wordt een begeleidend memo gevoegd

Aangenomen mag worden dat de Afdeling advisering van de Raad van State in een advies aan de regering over een initiatiefvoorstel dicta gebruikt die overeenkomen met de dicta van "gewone" wetsvoorstellen (zie nr. 40).

Laatst gewijzigd op: 19-2-2019