3.6.1.f Snellere en strengere procedure bij te late implementatie

Sinds het Verdrag van Lissabon is een sneller regime ingesteld voor de situatie dat implementatie niet tijdig volledig is gemeld. Het derde lid van artikel 260 VWEU bepaalt daartoe dan ook:

“3.   Wanneer de Commissie bij het Hof een zaak aanhangig maakt op grond van artikel 258 omdat zij van oordeel is dat de betrokken lidstaat zijn verplichting tot mededeling van maatregelen ter omzetting van een volgens een wetgevingsprocedure aangenomen richtlijn niet is nagekomen, kan de Commissie, indien zij dit passend acht, aangeven wat haars inziens gezien de omstandigheden een redelijke hoogte is voor de door deze lidstaat te betalen forfaitaire som of dwangsom.
Indien het Hof de niet-nakoming vaststelt, kan het de betrokken lidstaat de betaling van een forfaitaire som of een dwangsom opleggen die niet hoger is dan de Commissie heeft aangegeven. De verplichting tot betaling gaat in op de door het Hof in zijn arrest bepaalde datum.”

In de gevallen dat er sprake is van het niet tijdig volledig melden van implementatie van een richtlijn aan de Commissie, zal niet alleen de ingebrekestelling automatisch worden uitgebracht, gevolgd door een met redenen omkleed advies, maar is voor de veroordeling van een lidstaat met oplegging van een financiële sanctie maar één arrest van het Hof van Justitie nodig in plaats van twee. Direct bij de eerste uitspraak zal de Commissie zowel een boete als een dwangsom vragen met ingang van de in het arrest bepaalde dag. De boete zal daarbij berekend worden aan de hand van criteria die uitgaan van het tijdstip waarop de lidstaat ingebreke raakte, namelijk de afloop van de omzettingstermijn.