3.4.1 Implementatieplan in de ICER-I

Zoals opgenomen in aanwijzing 9.17 dient er voor een voorstel voor een EU-richtlijn door of in overeenstemming met de wetgevingsafdeling een implementatieplan te worden opgesteld. Het implementatieplan dient uiterlijk binnen twee maanden na vaststelling van de betreffende richtlijn in de ICER-I (zie over de ICER-I onder “3. Procedures/3.6h De ICER en zijn vaste werkgroepen”) te worden ingediend. Dit implementatieplan dient zo nodig met andere betrokken departementen te worden afgestemd. Het gaat hier om een nationale verplichting, de plannen behoeven niet daarna naar de Europese Commissie of iets dergelijks. In het implementatieplan wordt aangegeven welke ministeries verantwoordelijk dan wel betrokken zijn en wordt een planning voor de implementatiewerkzaamheden opgenomen. Een belangrijk onderdeel van het plan is een voorlopige transponeringstabel (artikelsgewijs overzicht) waarin is opgenomen hoe en waar (zo mogelijk in welke regeling) de diverse onderdelen van de Europese regelgeving in kwestie geïmplementeerd zullen worden. In de ICER-I is voor het opstellen van een implementatieplan een format ontwikkeld.

Het eerstverantwoordelijke ministerie verwerkt na vaststelling vervolgens deze gegevens in het door het ministerie van Buitenlandse Zaken beheerde elektronische voortgangssysteem (de iTimer of ‘ImplementatieDataBase’ zie uitgebreid over dit systeem in “3.Procedures/5.2 Implementatie Database”).

Een implementatieplan kan slechts achterwege blijven:

  • indien implementatie volledig plaatsvindt door middel van dynamische verwijzing en wijziging van regelgeving daardoor niet aan de orde is;
  • indien er bij vaststelling van de richtlijn sprake is van een zeer korte implementatietermijn;

Het belang van een implementatieplan is er in gelegen dat zo spoedig mogelijk helder wordt welke regelingen er aangepast moeten worden en of dit meerder departementen raakt. Het implementatieplan is dan ook van belang om een tijdige en juiste implementatie te bevorderen. Dit mede gelet op de nadelige gevolgen van onjuiste en te late implementatie (zie voor deze gevolgen onderdeel 3.6. Fase toepassing EU-recht).

Tevens is in het implementatieplan ruimte om vroegtijdig in beeld te hebben welke indicatoren er zijn die mogelijk tot te late of onjuiste implementatie kan leiden. Daarbij valt zoals in de toelichting op het implementatieplan staat vermeld bijvoorbeeld te denken aan:

  • Implementatie vereist wetswijziging
  • Implementatie vereist bijzondere tijdrovende procedures, zoals voorhang
  • Meerdere ministeries betrokken bij implementatie
  • Implementatie vereist veel uitwerking in de sfeer van uitvoering/handhaving.
  • Inhoud Europees besluit onduidelijk
  • Inhoud Europees besluit moeilijk verenigbaar met nationale regelgeving
  • Onderwerp van implementatieregeling is politiek gevoelig.
  • Implementatieregelgeving is op zichzelf niet gevoelig maar raakt aan ‘nationale pijnpunten’.
  • Europees besluit verplicht lidstaten tot het maken van keuze(s) terwijl in politiek of maatschappij sterk conflicterende opvattingen bestaan over de te maken keuze.
  • Europees besluit laat beleidsvrijheid aan lidstaten terwijl het al dan niet gebruiken daarvan in politiek of maatschappij omstreden is.
  • Inhoud en implementatie liggen dicht tegen nationale beleidsterreinen aan.
  • Er bestaan interne knelpunten m.b.t. de toepassing van de voorrangsregeling (bijv. capaciteitsgebrek).
  • Er zijn onduidelijkheden over de verhouding tussen verschillende richtlijnen onderling.
  • Bij voorbaat is te voorzien dat de implementatietermijn te kort is. 

Meer informatie

Laatst gewijzigd op: 8-2-2018