Doorgaans behoeft het ontwerp van een klein koninklijk besluit niet in de ministerraad te worden behandeld. Dit lijdt slechts in enkele gevallen uitzondering.
Het ontwerp van een klein koninklijk besluit dat de instelling, taak en samenstelling betreft van een geheel of overwegend niet ambtelijk adviesorgaan dat uitsluitend of mede tot taak heeft te adviseren met het oog op het te vormen beleid, dient steeds aan de ministerraad te worden voorgelegd (zie artikel 4, tweede lid, aanhef en onder e, van het Reglement van orde voor de ministerraad). Hetzelfde geldt voor het ontwerp van een klein koninklijk besluit dat de instelling, taak en samenstelling betreft van een interdepartementaal adviesorgaan, indien dat een permanent karakter heeft of de werkzaamheden daarvan kunnen leiden tot belangrijke politieke en financiële consequenties (zie artikel 4, tweede lid, aanhef en onder f, van het Reglement van orde voor de ministerraad).Naast de hier genoemde kb’s worden ook andere benoemings-kb’s (denk aan burgemeesters) behandeld door de ministerraad (artikel 4, tweede lid, onder l, van het Reglement van orde van de ministerraad). Ook besluiten tot ontbinding van de Tweede Kamer wegens kabinetscrises en besluiten tot verschuiven van de kandidaatstelling, plegen door de ministerraad te worden behandeld.
Verder dient een ministerraadsbehandeling ook plaats te vinden in andere gevallen waarin de inhoud van een ontwerp van een klein koninklijk besluit het algemene regeringsbeleid betreft (zie artikel 4, eerste lid, van het Reglement van orde voor de ministerraad). Een behandeling in de ministerraad kan ten slotte aangewezen zijn indien de bij een klein koninklijk besluit betrokken bewindspersonen het over de inhoud van het besluit niet eens kunnen worden.
Laatst gewijzigd op: 4-9-2018